Papier en ander afdrukmateriaal
3.
Waaier de randen van het papier uit voordat u het papier in de laden plaatst. Hiermee scheidt u
vellen die eventueel aan elkaar zijn blijven vastzitten en vermindert u de kans op
papierstoringen.
Opmerking:
Haal het papier pas uit de verpakking als u het gaat gebruiken. Zo worden
papierstoringen voorkomen en loopt het papier niet vast.
4.
Plaats het papier tegen de linkerzijde van de lade.
Opmerking:
Zorg dat het papier niet boven de maximumvullijn uitkomt. Anders kunnen
papierstoringen optreden.
5.
Stel de geleiders zo af dat ze de randen van het papier raken.
6.
Sluit de lade. Er verschijnt een bericht op het bedieningspaneel.
7.
Controleer het formaat, de soort en de kleur van het papier. Wijzig de selectie van eventuele
verkeerde instellingen.
8.
Selecteer Bevestigen op het aanraakscherm van de printer.
38
WorkCentre 7500-serie - multifunctionele printer
Handleiding voor de gebruiker