INSTALLATIE
INSTALLATIE VAN ELEKTRONISCHE COMPONENTEN (VERVOLG)
12
De sensor wordt in de fabriek geconfigureerd. Volg zo nodig de
aanwijzingen onder "Configuratie sensor" in bijlage A.
13
Voer de "Eerste configuratie" in het hoofdstuk "Display" uit.
14
Test het systeem voorafgaand aan het eerste gebruik, zoals
hieronder beschreven:
TEST VOORAFGAAND AAN EERSTE
GEBRUIK
VOORZICHTIG: Nadat de installatie is voltooid of het systeem
weer in bedrijf is gesteld, moet de apparatuur altijd een aantal
testcycli doorlopen.
Voer de test uit in een veilige omgeving, uit de buurt van
voetgangers of omstanders.
UITSCHAKELEN
Schakel de stroom uit.
6908281 NL
12