Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Te Gebruiken Zender Voor De Programmeringsprocedures; Algemene Waarschuwingen - Nice Next Fit MT Installatiehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.3 - Te gebruiken zender voor de
programmeringsprocedures
• Procedures kunnen worden uitgevoerd met een Nice-radiozender van de
serie "DOMIP" of "DOMIW", die voorzien is van de toetsen PRG, ESC, of
met zenders die voorzien zijn van de toets STOP.
• Alle programmeringsprocedures moeten gedaan worden door één kanaal
op de zender te selecteren.
• De programmeringsprocedures mogen alleen worden uitgevoerd met een zender
die in "Modus I" in het geheugen is opgeslagen (zie de procedures B.1 - A.1 - C.1).
• Als de zender die voor de progammering is gebruikt, meerdere automatiserings-
groepen aanstuurt, moet tijdens een procedure, voordat er een instructie wordt ver-
zonden, eerst de "groep" worden geselecteerd waartoe de automatisering behoort
die geprogrammeerd wordt.
4.3.1 - Signaleringen door de motor
De motor herhaalt de melding over de installatietoestand door enkele bewegingen te
maken wanneer een manoeuvre wordt aangestuurd. Lees Tabel A om de betekenis
van deze bewegingen te begrijpen.
TABEL A – Signaleringen met bewegingen
AANTAL BEWEGINGEN
0 bewegingen (START & STOP)
1 beweging (START & STOP)
2 bewegingen (START & STOP)
4.4 - Standen waarin het rolscherm, het
zonnescherm of het zonnescherm
automatisch stopt
Het elektronische systeem dat op elk moment de beweging van het zonnescherm
controleert, kan de beweging op autonome wijze stopzetten wanneer het zonne-
scherm een bepaalde, door de installateur geprogrammeerde stand bereikt. De stan-
den zijn weergegeven in fig. 4 en zijn:
– stand "0" = eindstand BOVEN (zonnescherm volledig opgerold);
– stand "1" = eindstand ONDER (zonnescherm volledig uitgerold);
– stand "H" = TUSSEN stand (zonnescherm deels open).
4
Wanneer de eindaanslagen nog niet geprogrammeerd zijn, kan de beweging van het
zonnescherm alleen plaatsvinden met "Iemand aanwezig" (d.w.z. iemand moet de
instructietoets gedurende de gewenste manoeuvreduur ingedrukt houden); de be-
weging wordt gestopt zodra de gebruiker de toets loslaat. Na programmering van
de eindaanslagen is daarentegen één simpele druk op de gewenste toets voldoende
om het zonnescherm in beweging te brengen; de beweging wordt op autonome wij-
ze beëindigd zodra het zonnescherm de beoogde stand bereikt.
Voor het afstellen van de hoogten "0" en "1" zijn verschillende procedures beschik-
baar; bij het kiezen van de meest geschikte procedure moet rekening worden ge-
houden met de draagconstructie van uw zonnescherm (zie het overzicht in de tabel).
LET OP! – Als u de eerder afgestelde hoogten van de eindaanslagen opnieuw
wilt afstellen, moet u rekening houden met het volgende:
– als u de hoogten wilt afstellen via een andere procedure dan de procedure
die eerder gebruikt is, moet u EERST de hoogten annuleren via procedure
B.12, A.11 of C.4.
– als u de hoogten wilt afstellen met dezelfde procedure als eerder is ge-
bruikt, hoeft u deze niet te annuleren.
Bij de programmering van de eindaanslagen worden tegelijkertijd ook de twee draai-
richtingen van de motor aan de respectieve toetsen voor Omhoog (▲) en Omlaag
(▼) van de bediening gekoppeld (in eerste instantie, wanneer de eindaanslagen nog
niet geprogrammeerd zijn, is deze koppeling willekeurig en kan het gebeuren dat het
zonnescherm, wanneer er op de toets ▲ wordt gedrukt, omlaag in plaats van om-
hoog beweegt, en omgekeerd).
5 – Nederlands
Betekenis
= 2 geprogrammeerde eindaanslagen.
= 1 geprogrammeerde eindaanslag.
= geen geprogrammeerde eindaanslag.

4.5 - Algemene waarschuwingen

• De afstelling van de eindaanslagen moet worden uitgevoerd nadat de motor in het
zonnescherm is geïnstalleerd en op de voeding is aangesloten.
• Houd de tijdslimieten die zijn aangegeven in de procedures strikt in acht: nadat
een toets is losgelaten, heeft men 60 seconden de tijd om op de volgende toets
te drukken die door de procedure is voorzien; als deze tijd verstrijkt zonder dat
iets gebeurt, zal de motor 6 bewegingen maken om de annulering van de lopende
procedure aan te geven.
• Tijdens het programmeren voert de motor een bepaald aantal korte bewegingen
uit, als "antwoord" op het commando gegeven door de installateur. Het is belangrijk
om deze bewegingen te tellen, ongeacht de richting waarin zij worden uitgevoerd.
De bewegingen worden in de procedures aangegeven met een getal gevolgd door
het symbool
.
4.6 - Belangrijke aanwijzingen voor het opslaan van
de radiografische zenders
• Raadpleeg de productcatalogus "Nice Screen" (die ook te vinden is op de website
www.niceforyou.com) om zenders te kiezen de compatibel zijn met de in de motor
geïntegreerde radio-ontvanger.
• Wanneer geen enkele zender in het geheugen van de motor is opgeslagen, voert
u voor het opslaan van de EERSTE zender de "Procedure voor het configure-
ren van de communicatiemodus (UNIDIRECTIONEEL of BIDIRECTIONEEL)" uit
en gebruikt u vervolgens uitsluitend één van de volgende procedures: B.1 (motor
geconfigureerd als UNIDIRECTIONEEL); A.1 (motor geconfigureerd als BIDIREC-
TIONEEL); C.1 (motor geconfigureerd als UNIDIRECTIONEEL en zender van de
OUDE generatie, zonder de toetsen PRG en ESC). Als er al een of meer zen-
ders in het geheugen zijn opgeslagen, gebruikt u voor het opslaan van VERDE-
RE zenders uitsluitend één van deze procedures: B.6 (motor geconfigureerd als
UNIDIRECTIONEEL); A.6 (motor geconfigureerd als BIDIRECTIONEEL); C.2 (motor
geconfigureerd als UNIDIRECTIONEEL en zender van de OUDE generatie, zonder
de toetsen PRG en ESC).
4.6.1 - Twee manieren om de toetsen van de zenders op te slaan
De procedures die de zenders opslaan zijn in twee categorieën onderverdeeld:
A - Procedures die de toetsen opslaan in "Modus I" (ook wel
"standaardmodus" genoemd)
Dit zijn de procedures B.1 - B.6.1 (motor geconfigureerd als UNIDIREC-
TIONEEL); A.1 - A.6 (motor geconfigureerd als BIDIRECTIONEEL); C.1
- C.2.1 (motor geconfigureerd als UNIDIRECTIONEEL en zender van de
OUDE generatie, zonder de toetsen PRG en ESC). Met deze procedures
kunnen tegelijkertijd alle toetsen van de zender opgeslagen worden, door au-
tomatisch elke toets met een basiscommando van de motor te combineren.
B - Procedures die de toetsen opslaan in "Modus II" (ook wel
"persoonlijke modus" genoemd, alleen geldig als de motor
geconfigureerd is in de UNIDIRECTIONELE modus)
Dit zijn de procedures B.6.2, A.6 en C.2.2. Met deze procedures kan één
toets van de zender opgeslagen worden, door deze toets te combineren met
een van de beschikbare commando's uit de "commandolijst" van de motor (de-
ze lijst bevindt zich binnen elke procedure). De toets en het commando worden
door de installateur gekozen op basis van de vereisten van de installatie.
4.6.2 - Maximum aantal zenders dat opgeslagen kan
worden (alleen geldig als de motor geconfigureerd is in de
UNIDIRECTIONELE modus)
Er kunnen 30 zenders in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in
"Modus I" in het geheugen worden opgeslagen; er kunnen 30 afzonderlijke in-
structies (toetsen) in het geheugen worden opgeslagen als deze allemaal in "Mo-
dus II" in het geheugen worden opgeslagen. De twee modi kunnen met elkaar wor-
den gecombineerd tot een maximum van 30 in het geheugen opgeslagen eenheden.
4.6.3 - Maximum aantal zenders dat opgeslagen kan
worden (alleen geldig als de motor geconfigureerd is in de
BIDIRECTIONELE modus)
Er kunnen 30 zenders in het geheugen worden opgeslagen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Nx fit mt autotrq 3017 sh bd

Inhoudsopgave