MAN0905_Uitgave 5_12/13
Lees dit hoofdstuk als HART
Optima Plus te communiceren.
Opmerking: Voor deze aanwijzingen wordt aangenomen dat een geschikte HART
de Searchpoint Optima Plus is aangesloten en dat de gebruiker is ingelogd met toegangsrechten op Niveau
1. Raadpleeg hoofdstuk 11 'HART
12.1 Inleiding
In dit deel staan verschillende handelingen beschreven die nodig kunnen zijn tijdens de inbedrijfstelling.
De gebruiker moet eerst de informatie over 'Voor het eerst inschakelen', 'Gebruikersconfiguratie' en
'Toestelidentificatie configureren' doornemen, voordat er verdere handelingen worden geselecteerd, die
voor de specifieke installatie vereist zijn.
Voor het eerst inschakelen
Configuratie door gebruiker
Informatie over toestelidentificatie
configureren
De 4-20 mA-uitvoer vaststellen
De 4-20 mA-lusintegriteit testen
De 4-20 mA-lus kalibreren
De interne alarmdrempelwaarde configureren
Simulatie
Storingen of Waarschuwingen wissen
Opgelet: Nadat een parameter is veranderd, moet de Searchpoint Optima Plus worden ondervraagd
en moet worden gecontroleerd of de ontvangen waarde juist is.
Opmerking: Voor deze aanwijzingen wordt aangenomen dat een geschikte HART
de Searchpoint Optima Plus is aangesloten en dat de gebruiker is ingelogd met toegangsrechten op Niveau
1. Raadpleeg hoofdstuk 11 'HART
12. Inbedrijfstelling met
HART
Communicatie
®
Communicatie wordt gebruikt om met de Searchpoint
®
Communicatie gebruiken' voor meer informatie.
®
Controles die moeten worden uitgevoerd wanneer de detector voor het
eerst wordt ingeschakeld
De standaardwaarden veranderen: -
Wachtwoord veranderen – Het wachtwoord voor toegang tot Niveau 1
veranderen
Configureer de werking van HART
storingsuitvoer op 1 mA zetten, zodat HART
functioneren
Tijd en datum instellen – De real-time klok op de lokale tijd zetten
Configureer waarschuwings-, blokkerings- en
overbereiksignaalniveaus – De standaardinstellingen van de
signaalniveaus veranderen
De tekstvelden instellen die handig kunnen zijn voor de toestelidentificatie
De mA-uitvoer op vaststaande niveaus forceren om de controller te
kalibreren of het systeem te testen
Controleren of er voldoende naleving is in de lus om een alarm en
overbereik te signaleren
De huidige uitvoer kalibreren (dit is geen gaskalibratie)
De interne drempelwaarde veranderen die wordt gebruikt om
alarmsignalen en loggasevenementen te simuleren
Het systeem testen door alarm-, waarschuwings- en storingscondities
te simuleren
Storingen of waarschuwingen wissen die tijdens de inbedrijfstelling zijn
geactiveerd
Communicatie gebruiken' voor meer informatie.
®
Searchpoint Optima Plus met optionele HART
®
51
Handleiding
2108M0550
-host (handheld of pc) op
®
tijdens een storing – De
tijdens een storing zal
®
-host (handheld of pc) op
®
-uitvoer
®