Alarm in een andere afdeling
Indien in een van de afdelingen het alarmrelais afgevallen is en u druk 2x maal kort achter
elkaar op toets [ 12 ] dan verschijnt op het linker display de letter "A" en op het rechterdisplay
het afdelingsnummer waarvan het alarmrelais afgevallen is (mits de afdeling deel uit maakt van
dezelfde communicatielus).
Het ERROR relais is normaal bekrachtigd. Bij een alarm of het wegvallen van de netspanning
valt het relais af.
Alarmcodes t.g.v. installatiefouten
Regeling RR
Toets
Omschrijving
1
Ventilatieregeling 1
2
Ventilatieregeling 2
3
Klepregeling 1
4
Klepregeling 2
5
Verwarmingsregeling 1
6
Verwarmingsregeling 2
7
Koeling/Klepregeling 3
8
RV-regeling
9
-
AQC-/diafragmaklep
Alarm code
Omschrijving
80.00
Communicatiefout
93.0x
Buitentemperatuursensor: sensornummer x is reeds toegewezen
94.xx
RV-sensor: sensornummer xx is reeds toegewezen.
95.0x
Watertemperatuursensor: sensornummer x reeds toegewezen.
96.RR
Regeling RR: uitgang is reeds toegewezen.
Regeling RR: geen/foutieve uitgang (bijv. klep toegewezen aan relais uitgang of
97.RR
tijdproportionele koeling toegewezen aan een 0-10V uitgang).
98.RR
Regeling RR: geen ingang toegewezen aan regeling RR.
98.10
Buitenvoeler via communicatie is niet toegestaan bij een hoofdstation
99.00
Geen hoofdventilatieregeling aanwezig.
99.02
SW2-2: 10-0V ventilator of stappenregeling zonder ventilator.
99.04
SW2-4: 2
e
ventilatorschakeling is bij stappenregeling niet toegestaan.
De alarmcode is opgebouwd uit een
regelingsnummer (RR) en een sensornummer.
x = 1 - 6
xx = 5 - 12
x = 1 - 6
RR = 1 - 9
RR = 1 - 8
RR = 1 - 8
Alarmgrenzen ruimtetemperatuur
Op het linker display staat de fout code die het alarm veroorzaakte (bijv. 1.99 is
sensor 1 defect). Door de waarde op het rechterdisplay te wijzigen kunt u het alarm
van VENT 1 in- of uitschakelen ( 1 = in, 0 = uit).
Op het linker display verschijnt de berekende ondergrens van de
ruimtetemperatuur. Op het rechterdisplay verschijnt de ingestelde ondergrens,
daalt de temperatuur onder de berekende ondergrens dan wordt er alarm gegeven.
Op het linker display verschijnt de berekende bovengrens van de
ruimtetemperatuur en op het rechterdisplay verschijnt de ingestelde bovengrens,
stijgt de temperatuur boven de berekende bovengrens dan wordt er alarm
gegeven.
Op het linker display verschijnt de momentele ruimtetemperatuur en op het
rechterdisplay verschijnt de absolute bovengrens, stijgt de ruimtetemperatuur
boven de ingestelde waarde dan wordt er alarm gegeven.
Het instellen van regeling 2 t/m 4 en klep 3 geschied overeenkomstig het instellen van de alarmgrenzen van VENT. 1.
Ventilatie alarm aan/uit
Druk op de toets [ 12 ] en daarna op de toets [ 9 ]. Op het linker display verschijnt nu de
meting van de meetventilator. Door de waarde op het rechterdisplay te wijzigen kunt u het
ventilatie alarm in- of uitschakelen ( 1 = in, 0 = uit).
Buitentemperatuursensor alarm aan/uit
Druk op de toets [ 12 ] en daarna op de toets [ 10 ]. Op het linker display verschijnt nu de
gemeten buitentemperatuur. Door de waarde op het rechterdisplay te wijzigen kunt u het
alarm in- of uitschakelen ( 1 = in, 0 = uit).
BEDRIJFSUREN
Bedrijfsuren verwarming/koeling
Op het linker display worden de bedrijfsuren van vandaag weergegeven
gedurende welke de verwarming "AAN" was (de punt in tijdweergave knippert).
Op het linker display worden de bedrijfsuren van gisteren weergegeven
gedurende welke de verwarming "AAN" was (de punt in tijdweergave knippert
NIET).
Gebruik toets [ 6 ] voor het opvragen van de bedrijfsuren van de 2
koeling.
e
verwarming en [ 7 ] voor de bedrijfsuren van de