VENTILATIE
T
MIN
Ingestelde gecorrigeerde temperatuur [°C]
De minimum ventilatie kan worden ingesteld door eerst op toets [ 1 ] en daarna op toets [ 9 ]
te drukken.
De maximum ventilatie kan worden ingesteld door eerst op toets [ 1 ] en daarna op toets
[ 10 ] te drukken.
De regelband kan worden ingesteld door eerst op toets [ 1 ] en daarna op toets [ 11 ] te
drukken.
Vervang
door:
Voor het instellen van de 2
Voor het instellen van klep 1.
Voor het instellen van klep 2.
Ventilatie uitschakelen
De ventilatie kan worden uitgeschakeld door Max. ventilatie op 0% in te stellen.
RV-regeling
Het startpercentage voor de RV- correctie kan worden ingesteld door eerst op toets
[ 1 ] en daarna op toets [ 8 ] te drukken. Op het rechterdisplay staat het
startpercentage van de RV-regeling. Boven dit percentage is de RV-correctie actief,
daaronder is de correctie 0%.
Het kental voor de RV-correctie kan worden ingesteld door achtereenvolgens op de
toetsen [ 1 ], [ 8 ] en daarna op toets [ 11 ] te drukken.
Bevochtigen
Wanneer toets [ 8 ] wordt ingedrukt verschijnt op het linker display de gemeten
relatieve luchtvochtigheid.
Indien toets [ 8 ] tweemaal wordt ingedrukt verschijnt op het rechterdisplay het
startpercentage voor bevochtigen. Bevochtigen wordt ingeschakeld wanneer de
meting 1% onder de instelling ligt, bevochtigen blijft aan totdat de meting 1% boven
de instelling stijgt.
REGELBAND
MAX
e
ventilatiegroep.
Tijdproportionele koeling (nevelkoeling)
Wanneer toets [ 7 ] wordt ingedrukt verschijnt op het linker display de momenteel
gemeten temperatuur, waarop de koeling regelt.
Op het linker display verschijnt de berekende temperatuur waarop de koeling regelt.
Op het rechterdisplay wordt de ingestelde de temperatuur weergegeven waarop de
koeling regelt.
Wanneer een RV-sensor geïnstalleerd is kunt u hier instellen bij welke relatieve
luchtvochtigheid de koeling moet uitschakelen. Stijgt de relatieve luchtvochtigheid
boven de ingestelde waarde dan schakelt de koeling uit. Wanneer de koeling met
behulp van een klep plaats vindt (dipswitch SW5-4 staat op ON) dan schakelt de
koeling NIET uit op RV.
Het minimumpercentage voor de koeling kan worden ingesteld door eerst op de toets
[ 7 ] en daarna op de toets [ 9 ] te drukken.
Het maximumpercentage voor de koeling kan worden ingesteld door eerst op de toets
[ 7 ] en daarna op de toets [ 10 ] te drukken.
De regelband kan worden ingesteld door eerst op de toets [ 7 ] en daarna op de toets
[ 11 ] te drukken.
GROEICURVEN
1
2
3
4
Knikpunt
Curve afdelingstemperatuur
Op het linker display verschijnt aan de linkerzijde het laatst ingestelde knikpunt-
nummer. Het knikpunt-nummer (1., 2., 3. of 4.) op het linker display kan met
behulp van de plus en min toets worden gewijzigd.
Op het linker display verschijnt rechts naast het knikpuntnummer het dagnummer
dat bij het betreffende knikpunt hoort. Het dagnummer op het linker kan met
behulp van de plus en min toets worden gewijzigd.
Op het rechterdisplay verschijnt de instelling (waarde) van het op het linker display
weergegeven knikpunt. Ook voor de curven geldt dat de instelling die liggen tussen
-9,9°C en +9,9°C (14,2°F en 48,8°F) relatief zijn t.o.v. de instellingen van VENT 1.
Curve actief
Wanneer de curve van een regeling actief is dan wordt op het linker display de berekende instelling weergegeven, op
het rechterdisplay staat niets.
Curve in- en uitschakelen
Door op toets [ 14 ] te drukken en het dagnummer op 0 te zetten kunt u alle groeicurven uitschakelen.
Zijn de curven ingeschakeld dan kunt u een curve uitschakelen door het dagnummer van het eerste
knikpunt op 0 te zetten.
Curve correctie
Curve correctie wordt voornamelijk toegepast als ten gevolg van bijvoorbeeld ziekte of een afwijkende
gewichtstoename de instelling verhoogd respectievelijk verlaagd moet worden. De gehele curve wordt dan aangepast
met de ingestelde correctie waarde
De curven kunnen gebruikt worden om het klimaatproces vóór te
programmeren op basis van de leeftijd van de dieren. Voor het
instellen van een curve moeten meerdere toetsen achter elkaar
worden ingedrukt. Een curve bestaat uit maximaal 4 knikpunten.
Let op! Wanneer de CURVE van de instelling die u wilt wijzigen
actief is kunt u de betreffende instelling alleen maar wijzigen
door de instelling van de curve te wijzigen.