▶
Plaats de eBUS-leiding vrij van het zonnelaadstation
naar de andere eBUS-compatibele toestellen.
Voorwaarden: Boilerbodemvoeler VR10 voorhanden
▶
Verbind de leiding van de boilerbodemvoeler met de
aansluiting voor de boilerbodemvoeler (3).
▶
Plaats de leiding van de boilerbodemvoeler vrij van het
zonnelaadstation naar het buffervat.
Voorwaarden: Collectorvoeler VR11 voorhanden
▶
Verbind de leiding van de collectorvoeler met de aanslui-
ting voor de collectorvoeler (4).
Aanwijzing
De collectorvoeler VR11 onderdrukt de pomp-
kick.
▶
Plaats de leiding van de collectorvoeler vrij van het zon-
nelaadstation naar het buffervat.
4.9
Zonnelaadstation sluiten
1.
Plaats de afdekking erop.
2.
Bevestig de afdekking met de bevestigingsschroef.
3.
Plaats de kunststof afdekking erop.
5
Ingebruikneming
Het zonnelaadstation is gebruiksklaar zodra er netspanning
is en er een eBUS-verbinding (optioneel) bestaat. De
werking van het zonnelaadstation is via de parameters
van het DIA-systeem gewaarborgd. De installatieassistent
(→ Pagina 13) start de werking.
5.1
Additieven
Geldt voor: België
OF Nederland
Opgelet!
Aluminiumcorrosie en hieruit volgende
lekkages door ongeschikt verwarmings-
water!
Anders als b.v. bij staal, gietijzer of koper re-
ageert aluminium op gealkaliseerd verwar-
mingswater (pH-waarde > 8,5) met aanzien-
lijke corrosie.
▶
Zorg er bij aluminium ervoor, dat de pH-
waarde van het verwarmingswater tussen
6,5 en maximaal 8,5 ligt.
Opgelet!
Materiële schade door ongeschikte anti-
vries- of anticorrosiemiddelen
Ongeschikte antivries- of anticorrosiemidde-
len kunnen afdichtingen beschadigen.
▶
Gebruik alleen geschikte antivries- en
anticorrosiemiddelen.
0020160752_01 Zonnelaadstation Installatie- en onderhoudshandleiding
Het toevoegen van additieven aan het CV-water kan mate-
riële schade veroorzaken. Bij ondeskundig gebruik van de
volgende producten werden bij Vaillant toestellen tot nu toe
geen onverdraagzaamheden vastgesteld.
▶
Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaardt
Vaillant geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
–
Fernox F3
–
Sentinel X 300
–
Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
–
Fernox F1
–
Fernox F2
–
Sentinel X 100
–
Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
–
Fernox Antifreeze Alphi 11
–
Sentinel X 500
▶
Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen, in-
dien u deze additieven hebt gebruikt.
▶
Informeert u deze over de noodzakelijke wijze van vorst-
beveiliging.
5.2
Installatieassistent starten
De installatieassistent start bij het eerste inschakelen van het
product. Hij biedt eenvoudige toegang tot de belangrijkste
testprogramma's en configuratie-instellingen bij de installatie
van het product. De installatieassistent wordt telkens bij het
inschakelen weergegeven tot hij eens met succes afgesloten
werd.
Als u de start van de installatieassistent niet bevestigt, dan
wordt de installatieassistent 15 minuten na het inschake-
len gesloten en het startscherm verschijnt. Bij het volgende
inschakelen van het product start de installatieassistent op-
nieuw.
5.3
Taal instellen
Aanwijzing
Als u een systeemthermostaat aangesloten hebt,
dan kunt u de taal alleen aan de systeemthermo-
staat instellen.
1.
Stel met
of
de gewenste taal in.
2.
Druk op
om de ingestelde taal te bevestigen.
3.
Druk nog eens op
om de ingestelde taal een tweede
keer te bevestigen en om een abusievelijke wijziging te
vermijden.
Ingebruikneming 5
13