Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zonnesysteem Ontluchten; Dichtheid Controleren; Zonnelaadstation Elektrisch Aansluiten - Vaillant VPM 20/2 S Installatie- En Onderhoudshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VPM 20/2 S:
Inhoudsopgave

Advertenties

4 Installatie
Als de vloeistof in het collectorvloeistofreservoir
helder is en er geen luchtbelletjes meer opstijgen,
das was de ontluchting succesvol.
4.7.3

Zonnesysteem ontluchten

1
1
Ontluchterschroef
1.
Open de ontluchterschroef (1) tot er collectorvloeistof
uitdruppelt.
2.
Sluit de ontluchterschroef.
De installatie is gevuld en ontlucht.
4.7.4

Dichtheid controleren

1.
Sluit de vul- en aftapkraan retour.
2.
Schakel de vulpomp in.
3.
Laat de druk in het zonnecircuit tot 450 kPa (4,5 bar)
stijgen.
4.
Controleer alle leidingen en verbindingen in het zonne-
circuit op ondichtheden.
5.
Verhelp ondichtheden en controleer ze opnieuw.
6.
Stel de systeemdruk in.
7.
Sluit de vul- en aftapkranen.
8.
Haal de verplaatsbare Vaillant vulinrichting of de
Vaillant vulpomp eraf.
9.
Plaats de kappen op de vul- en aftapkranen.
4.8

Zonnelaadstation elektrisch aansluiten

Gevaar!
Levensgevaar door spanningsvoerende
aansluitingen!
Bij werkzaamheden in schakelkasten van
systeemcomponenten met aansluiting op het
laagspanningsnet (230 V) bestaat levensge-
vaar door elektrische schok. Ook bij uitge-
schakelde aan/uit-schakelaar staat er nog
spanning op de netaansluitklemmen!
Verbreek de verbinding van systeemcom-
ponenten met het elektriciteitsnet door
de stekker uit te trekken of de systeem-
componenten via een scheidingsinrichting
12
met een contactopening van ten minste 3
mm (b.v. zekeringen of contactverbrekers)
spanningsvrij te maken.
Beveilig de stroomtoevoer tegen opnieuw
inschakelen.
Controleer de systeemcomponenten op
spanningsvrijheid.
Open de schakelkast alleen wanneer de
systeemcomponent zich in spanningsloze
toestand bevindt.
Opgelet!
Materiële schade door droog lopende
pompen
Als de elektrische aansluiting tot stand ge-
bracht is, dan starten de zonne- en buffer-
laadpomp automatisch. De pompen lopen
zonder collectorvloeistof of water droog.
Vul het zonnelaadstation en het buffervat
voor de elektrische aansluiting van het
zonnelaadstation.
1.
Gebruik courante leidingen.
2.
Let op de minimumdoorsnedes en maximale lengtes
van de leidingen.
Aansluitleiding 230 V: ≥ 1,5 mm²
Busleiding (laagspanning): ≥ 0,75 mm²
Voelerleiding (laagspanning): ≥ 0,75 mm²
Busleidingen: ≤ 300 m
Voelerleidingen: ≤ 50 m
3.
Plaats de aansluitleidingen afzonderlijk.
4.
Sluit het toestel via een FI-schakelaar op het stroomnet
aan.
4
3
1
eBUS-aansluiting
2
Serviceaansluiting
5.
Verwijder de afscherming onderaan van het DIA-sys-
teem van het zonnelaadstation.
Voorwaarden: Bijkomende eBUS-compatibele toestellen voorhanden
Verbind de eBUS-leiding met de eBUS-aansluiting (1).
Installatie- en onderhoudshandleiding Zonnelaadstation 0020160752_01
2
1
3
Aansluiting voor boilerbo-
demvoeler
4
Aansluiting voor collector-
voeler

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vpm 60/2 s

Inhoudsopgave