Inhoudsopgave
Advertenties
4.7.1
Zonnecircuit en vulinrichting
VPM 20/25/2 W
VPM 20/25/2 W
VPM 20/25/2 W
VPM 30/35/2 W
VPM 30/35/2 W
VPM 30/35/2 W
VPM 40/45/2 W
VPM 40/45/2 W
VPM 40/45/2 W
19
18
17
16
15
p
14
13
VPM 20/2 S
12
VPM 60/2 S
1
Collectorveld
2
Veiligheidsgroep
3
Manometer
4
Vul- en aftapkraan aan-
voer
5
Opvangreservoir
6
Zonnevoorschakelvat
(optioneel)
7
Zonne-expansievat met
snelkoppeling
8
Vul- en aftapkraan retour
9
Druksensor
De afsluitkleppen (13) en (16) bezitten en terugslagklep.
Afsluitklep en terugslagklep zijn één component.
4.7.2
Zonnesysteem vullen
Opgelet!
Defect door lucht in het zonnecircuit
Door verkeerd vullen kan er lucht in het zon-
nesysteem blijven.
▶
Controleer het vullen van het zonnesys-
teem.
0020160752_01 Zonnelaadstation Installatie- en onderhoudshandleiding
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
10 Kijkglas
11 Retourslang
12 Plaatwarmtewisselaar
13 Zonnepomp
14 Afsluitklep retour
15 Terugslagklep
16 Ontluchterpot
17 Afsluitklep aanvoer
18 Terugslagklep
19 Zonnelaadstation
1.
Zorg er bij grotere zonnesystemen voor dat het collec-
torvloeistofreservoir altijd voldoende collectorvloeistof
bevat. Gebruik evt. extra recipiënten.
2.
Stel de voordruk van het zonne-expansievat voor het
vullen van de installatie in.
3.
Schakel de vulpomp uit.
4.
Open de vul- en ontluchtingskranen aan het zonnelaad-
station volledig.
1
45°
2
45°
45°
3
0°
1
Vulpositie
2
Ontluchtingspositie
5.
Zet de afsluitklep aanvoer en de afsluitklap retour in de
vulpositie (1).
6.
Schakel de vulpomp in.
◁
De vulpomp transporteert de collectorvloeistof.
◁
De collectorvloeistof stroomt in het zonnecircuit.
7.
Laat de vulpomp minstens 15 minuten lopen.
◁
Het zonnecircuit wordt voldoende ontlucht.
8.
Let op het vloeistofpeil in het collectorvloeistofreservoir.
9.
Zorg ervoor dat het collectorvloeistofreservoir altijd vol-
doende collectorvloeistof bevat.
10. Controleer of de collectorvloeistof uit de terugloopslang
in het collectorvloeistofreservoir terugstroomt.
◁
Als uit de terugloopslang zonder bellen collector-
vloeistof naar buiten komt, dan is het zonnesysteem
bijna gevuld.
11. Zet de afsluitklep aanvoer en de afsluitklap retour in de
ontluchtingspositie (2).
12. Laat de vulpomp voor de ontluchting nog 5 minuten
lopen.
13. Zet de afsluitklep aanvoer en de afsluitklap retour in de
bedrijfspositie (3).
14. Sluit de vul- en aftapkranen.
15. Zet de vulpomp af.
Installatie 4
90°
15 min
45°
5 min
0°
3
Bedrijfspositie
11
Advertenties
Inhoudsopgave
