Inhoudsopgave
Advertenties
5
De wielen monteren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Bevestig het wiel op de naaf met de wielmoeren die u
eerder verwijderd hebt
2. Draai de wielmoeren vast in een sterpatroon met een
torsie van 102 tot 129 N·m.
6
Het toespoor van voorwielen
afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
Het toespoor moet 0 tot 6 mm zijn.
•
Controleer de bandendruk en zorg ervoor dat de banden
vooraan tot 0,83 bar gepompt zijn.
•
Leg ofwel een gewicht op de bestuurdersstoel dat
overeenkomt met het gemiddelde gewicht van de
bestuurders die met de machine zullen werken, of laat een
bestuurder plaatsnemen op de stoel. Het gewicht of de
bestuurder dienen gedurende de hele procedure op de
stoel te blijven.
•
Rol op een vlakke ondergrond de machine 2 tot 3 meter
recht achteruit en vervolgens recht vooruit naar de
plaats waar u vertrok. Hierdoor kan de ophanging de
bedrijfsstand aannemen.
•
Meet het toespoor met de wielen recht vooruit.
(Figuur
2).
1. Meet ter hoogte van de as de afstand tussen de
voorwielen aan de voorkant en de achterkant van de
wielen
(Figuur
12).
G009235
2
1. Hart-op-hart-afstand –
achterkant wielen
2. Hart-op-hart-afstand –
voorkant wielen
2. Als deze afstand buiten het bereik van 0 tot 6 mm
valt, moet u de contramoeren aan het uiteinde van de
spoorstangen losdraaien
1. Spoorstang
3. Draai aan beide spoorstangen om de voorzijde van het
wiel naar binnen of naar buiten te draaien.
4. Draai de contramoeren van de spoorstang weer vast
als de afstelling correct is.
5. Zorg ervoor dat het stuur in beide richtingen volledig
kan uitslaan.
6
1
3
Figuur 12
3. Middellijn van as
(Figuur
13).
Figuur 13
2. Contramoer
g009235
g033219
Advertenties
Inhoudsopgave
