8. Verwijder de haarspeldveer en de gegleufde
zeskantmoer van het kogelgewricht van de spoorstang
en maak de spoorstang los van de as
Opmerking: Bewaar de haarspeldveer en de
gegleufde zeskantmoer.
Figuur 8
1. Spoorstang
2. Haarspeldveer
3. Kogelgewricht
9. Verwijder de zeskantbout (½ x 6"), klem en borgmoer
(½") van de bedieningsarm en verwijder de as
9).
Opmerking: Bewaar de zeskantbout (½ x 6") en
borgmoer (½").
Opmerking: Gooi de as weg.
Figuur 9
1. Zeskantbout (½ x 6")
2. Klem
10. Herhaal stappen
2
tot en met
de machine.
(Figuur
8).
g038516
4. As
5. Gegleufde zeskantmoer
(Figuur
g038538
3. As
4. Borgmoer (½")
9
aan de andere kant van
3
De nieuwe remeenheid
monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Rechteras
1
Linkeras
2
Remklauw
4
Flenskopbout (⅜ x 1")
2
Rotor
8
Inbusbout (5/16 x ¾")
1
Voorste remleiding
4
Banjoring
2
Banjobout
2
Klem
2
Ontluchtschroef
Procedure
1. Bevestig de voorste remleiding aan de hoofdremcilinder
(Figuur
5).
2. Monteer de as op de bedieningsarm met de zeskantbout
(½ x 6"), klem en borgmoer (½"); zie
3. Draai de borgmoer (½") vast met een torsie van 102
tot 136 N·m.
4. Bevestig de spoorstang aan de as met de gegleufde
zeskantmoer en de haarspeldveer
Opmerking: Als de opening niet uitgelijnd is en u
dus de haarspeldveer niet kunt plaatsen, moet u net zo
ver aandraaien tot de gegleufde moer uitgelijnd is en
de opening voor de haarspeldveer zichtbaar is. Dan
bevestigt u de haarspeldveer.
5. Draai de gegleufde zeskantmoer vast tot 27 à 34 N·m.
6. Monteer de rotor aan de naaf met 4 inbusbouten
(5/16 x ¾") zoals getoond in
7. Draai de 4 inbusbouten (5/16 x ¾") vast met een torsie
van 12 tot 15 N·m.
4
Figuur
9.
(Figuur
8).
Figuur
7.