Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

F-Serie - Vvm / Smo - Nibe S2125 Handleiding Voor Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor S2125:
Inhoudsopgave

Advertenties

F-SERIE – VVM / SMO
Deze instellingen worden verricht op het display van het
binnendeel/de regelmodule.
Menu 5.11.1.1 - warmtepomp
Hier voert u instellingen in die specifiek zijn voor de geïnstal-
leerde warmtepomp.
Stille stand toegestaan
Instelbereik: ja / nee
Compressorfase detecteren
Instelbereik S2125 1 x 230 V: uit/aan
Huidige grens
Instelbereik: 6 – 32 A
Fabrieksinstelling: 32 A
blockFreq 1
Instelbereik: ja / nee
blockFreq 2
Instelbereik: ja / nee
Ontdooien
Start handmatig ontdooien
Instelbereik: aan/uit
Starttemperatuur voor ontdooifunctie
Instelbereik: -3 – 3 °C
Fabrieksinstelling: -3 °C
Uitschakelwaarde activeren van passief
ontdooien
Instelbereik: 2 – 10 °C
Fabrieksinstelling: 4 °C
Vaker ontdooien
Instelbereik: Ja / Nee
Stille stand toegestaan: Hier stelt u in of de stille stand voor
de warmtepomp al dan niet moet worden geactiveerd. Let
op: u kunt nu programmeren wanneer de stille stand actief
zal zijn.
De functie mag alleen voor beperkte periodes worden ge-
bruikt, omdat de S2125 mogelijk niet het berekende vermo-
gen kan halen.
Compressorfase detecteren: Toont in welke fase de warm-
tepomp heeft gedetecteerd of u S2125 230V~50Hz hebt.
Fasedetectie vindt normaal gesproken automatisch plaats
bij het opstarten van de binnenmodule/regelmodule. Deze
instelling kan handmatig worden gewijzigd.
Stroombegrenzing: Hier stelt u in of de stroombegrenzings-
functie wordt geactiveerd voor de warmtepomp als u S2125
230V~50Hz hebt. Als de functie actief is, kunt u de waarde
van de maximale stroom begrenzen.
BlockFreq 1: Hier kunt u een frequentiebereik selecteren
waarbinnen de warmtepomp niet mag werken. Deze functie
kan worden gebruikt als bepaalde compressorsnelheden
geluidshinder veroorzaken in het huis.
36
Hoofdstuk 7 | Bediening
BlockFreq 2: Hier kunt u een frequentiebereik selecteren
waarbinnen de warmtepomp niet mag werken.
Ontdooien: Hier kunt u de instellingen wijzigen die van in-
vloed zijn op de ontdooifunctie.
Start handmatig ontdooien: Hier kunt u "actief ontdooien"
handmatig starten als de functie moet worden getest voor
service of als het nodig is. Dit kan worden aangepast in
combinatie met "ventilator ontdooien".
Starttemperatuur voor ontdooifunctie: Hier stelt u de tem-
peratuur in (BT16) waarbij de ontdooifunctie start. De
waarde mag uitsluitend in overleg met de installateur worden
gewijzigd.
Uitschakelwaarde activeren van passief ontdooien: Hier
stelt u de temperatuur in (BT28) waarbij "passief ontdooien"
wordt gestart. Tijdens passief ontdooien wordt het ijs ge-
smolten door de energie van de omgevingslucht. De ventila-
tor is actief tijdens passief ontdooien. De waarde mag uitslui-
tend in overleg met de installateur worden gewijzigd.
Vaker ontdooien: Hier activeert u of ontdooien vaker dan
normaal moet plaatsvinden. Deze selectie kan worden ver-
richt als de warmtepomp een alarm ontvangt vanwege de
vorming van ijs tijdens bedrijf, veroorzaakt door bijvoorbeeld
sneeuw.
Menu 4.9.7 - Gereedschappen
Ventilator ontdooien
Instelbereik: uit/aan
Ventilator continu ontdooien
Instelbereik: uit/aan
Ventilator ontdooien: Hier stelt u in of de functie "ventilator
ontdooien" wordt geactiveerd tijdens de volgende keer "ac-
tief ontdooien". Dit kan worden geactiveerd als er ijs/sneeuw
blijft zitten aan de ventilator, het rooster of de ventilatorco-
nus, wat te merken is aan abnormaal ventilatorgeluid vanuit
de S2125.
"Ventilator ontdooien" betekent dat de ventilator, het rooster
en de ventilatorconus worden verwarmd met warme lucht
vanuit de verdamper (EP1).
Ventilator continu ontdooien: Er is een optie om herhaaldelijk
ontdooien in te stellen. Er vindt dan telkens bij de tiende
keer ontdooien "Ventilator ontdooien" plaats. (Hierdoor kan
het jaarlijkse energieverbruik wel hoger worden.)
NIBE S2125

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave