Leidingkoppeling
verwarmingssysteemcircuit
Een lijst met compatibele producten vindt u in het hoofdstuk
"Compatibele binnenmodules (VVM) en regelmodules (SMO)".
LET OP!
Het aansluiten op een regelmodule is anders dan
het aansluiten op een binnenmodule.
Zie de installatiehandleiding van de binnenmodu-
le/regelmodule.
De warmtepomp wordt automatisch ontlucht met behulp
van de gasafscheider (HQ8). De gasafscheider gaat automa-
tisch dicht als de klepbehuizing is ontlucht en gevuld is met
vloeistof.
Als volgt installeren:
•
expansievat
•
drukmeter
•
drukontlastklep
•
laadpomp
•
afsluiter
Om toekomstig onderhoud te vergemakkelijken.
•
meegeleverde filterbal (QZ2)
Geïnstalleerd vóór aansluiting "retour afgiftesysteem"
(XL2) (de onderste aansluiting) op de vacuümpomp.
•
wisselklep.
Bij het aansluiten op de regelmodule en als het systeem
moet kunnen werken met zowel het klimaatsysteem als
de warmwaterboiler.
•
inregelklep
Bij aansluiten op regelmodule en warmwaterboiler.
XL1
P
XL2
Op de afbeelding ziet u aansluiting op de regelmodule.
LAADPOMP
De laadpomp (niet inbegrepen bij het product) wordt inge-
schakeld en bediend vanaf de binnenmodule/de regelmodu-
le. Hij heeft een ingebouwde vorstbeschermingsfunctie en
mag daarom niet worden uitgeschakeld bij vorstgevaar.
Bij temperaturen onder +2 °C loopt de laadpomp periodiek
om te voorkomen dat het water gaat bevriezen in het laad-
circuit. De functie biedt ook bescherming tegen overtempe-
ratuur in het laadcircuit.
NIBE S2125
DRUKVAL, ZIJDE VAN HET
VERWARMINGSSYSTEEM
Het schema toont de drukval op de zijde van het verwar-
mingssysteem, inclusief de gasafscheider.
Tryckfall S2125
Drukval
Tryckfall
(kPa)
[kPa]
14
12
10
8
6
4
2
0
0
0,1
0,2
LEIDINGISOLATIE
Alle buitenleidingen moeten geïsoleerd zijn met leidingisola-
tie met een dikte van ten minste 19 mm.
Hoofdstuk 4 | Aansluiting van de leidingen
0,3
0,4
0,5
Debiet
Flöde [l/s]
(l/s)
23