Inbedrijfstelling en afstelling
Voorbereidingen
LET OP!
Controleer de automatische zekering (FC1). Het
kan zijn dat deze tijdens het transport is gespron-
gen.
Voorzichtig!
Start de S2125 niet als het gevaar bestaat dat het
water in het systeem is bevroren.
COMPRESSORVERWARMING
De S2125 is uitgerust met een compressorverwarming die
de compressor voor het opstarten opwarmt als de compres-
sor koud is.
Compressorverwarming (EB10) wordt geactiveerd als de
warmtepomp is aangesloten op de voeding. De compressor
moet worden opgewarmd vóór de eerste keer opstarten.
Vanaf het moment waarop de binnenmodule/regelmodule
wordt aangesloten en een warmtevraag ontstaat, kan het
een tijdje duren totdat de compressor de toegestane start-
waarde bereikt.
Voorzichtig!
De compressorverwarming moet een tijdje actief
zijn geweest - voorafgaand aan de eerste keer
opstarten - tot de afvoersensor (BT14) de ingestel-
de temperatuur heeft bereikt, zie het hoofdstuk
"Inbedrijfstelling en inspectie".
Vullen en ontluchten
Vul het verwarmingssysteem tot de noodzakelijke druk. De
warmtepomp is voorzien van een automatische ontluchtings-
klep die dichtgaat als de warmtepomp gevuld is met vloei-
stof.
30
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
Inbedrijfstelling en inspectie
1.
Communicatiekabel moet worden aangesloten.
2.
Als koelen met de S2125 gewenst is, moet DIP-switch
S1 positie 4 worden gewijzigd volgens de beschrijving
in het hoofdstuk "Koeling".
3. Schakel de isolatorschakelaar in.
4. Zorg ervoor dat de S2125 op de stroombron is aangeslo-
ten.
5. Controleer of de zekering (FC1) aan is.
6. Plaats de verwijderde panelen en kap terug.
7.
Nadat de voeding naar de S2125 is ingeschakeld en er
een compressorvraag van de binnenmodule/regelmodu-
le is, start de compressor zodra deze is opgewarmd.
8. Stel het laaddebiet af volgens de grootte. Zie ook
hoofdstuk "Afstelling, debiet".
9. Pas de menu-instellingen indien nodig aan via het bin-
nendeel/de regelmodule.
10. Vul "Inspectie van de installatie" in, in het hoofdstuk
"Belangrijke informatie".
Voorzichtig!
Tijdens het aansluiten moet rekening worden ge-
houden met de externe regeling.
Achteraf afstellen en ontluchten
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en het
kan nodig zijn om het systeem te ontluchten. Als er borrelen-
de geluiden bij de warmtepomp worden waargenomen, kan
het nodig zijn om de laadpomp of radiatoren van het hele
systeem nogmaals te ontluchten. Als het systeem gestabili-
seerd is (juiste druk en volledig ontlucht) kan het automati-
sche regelsysteem voor de verwarming naar behoefte wor-
den ingesteld.
NIBE S2125