Regeling
REGELING, ONTDOOIEN
•
Als de temperatuur op de verdampersensor (BT16) lager
ligt dan de starttemperatuur voor de ontdooifunctie, telt
de S2125 de tijd voor "actief ontdooien" per minuut dat de
compressor draait om zo een ontdooibehoefte aan te
maken.
•
De tijd tot "actief ontdooien" wordt in minuten aangegeven
op de binnenunit / bedieningsmodule. Het ontdooien start
wanneer deze waarde 0 minuten is.
•
"Passief ontdooien" wordt gestart als is voldaan aan de
compressorbehoefte terwijl er tegelijkertijd een ontdooi-
behoefte is en de buitentemperatuur (BT28) hoger is dan
4 °C.
•
Het ontdooien gebeurt actief (met compressor aan en
ventilator uit) of passief (met compressor uit en ventilator
aan).
•
Als de verdamper te koud is, start er een "beveiligde ont-
dooiing" op. Deze ontdooiing kan eerder starten dan de
reguliere ontdooiing. Als de beveiligde ontdooiing tien keer
achter elkaar plaatsvindt, moet de verdamper (EP1) op de
S2125 worden gecontroleerd, wat wordt aangegeven door
een alarm.
•
Als "ventilator ontdooien" is geactiveerd in de binnen-
unit/regelunit, begint "ventilator ontdooien" bij het volgen-
de "actief ontdooien". "Ventilator ontdooien" verwijdert
het gevormde ijs op de ventilatorbladen en het ventilator-
rooster.
NIBE S2125
Actief ontdooien:
1.
De vierwegklep schakelt over op ontdooien.
2.
De ventilator stopt en de compressor blijft lopen.
3. Als het ontdooien klaar is, schakelt de vierwegklep terug
naar verwarmen. De compressorsnelheid is kortstondig
geblokkeerd.
4. De omgevingstemperatuur is vergrendeld en het alarm
voor hoge retourtemperatuur wordt gedurende twee
minuten na ontdooien geblokkeerd.
Passief ontdooien:
1.
Als er een compressorbehoefte beschikbaar is, kan
passief ontdooien starten.
2.
De vierwegklep schakelt niet over.
3. Ventilator draait op hoge snelheid.
4. Als er een compressorvraag is, stopt passief ontdooien
en start de compressor.
5. Als het passief ontdooien klaar is, stopt de ventilator.
6. De omgevingstemperatuur is vergrendeld en het alarm
voor hoge retourtemperatuur wordt gedurende twee
minuten na ontdooien geblokkeerd.
Hoofdstuk 7 | Bediening
33