Configuratie van de software van de installatie
U kunt de installatie zowel via de hoofdverdeler van de vrachtwagen als direct
met de accu verbinden. Hierbij dient u de voorkeur te geven aan de aansluiting
via de hoofdverdeler. Vraag uw voertuigfabrikant naar de specificaties van de
hoofdverdeler.
➤ Leg de voedingsleiding aan en sluit deze op het voertuig aan (rode leiding
op plus en zwarte leiding op min).
7
Configuratie van de software van de
installatie
Voor de eerste ingebruikneming van de installatie kan de besturing aan de ver-
schillende inbouwomstandigheden worden aangepast. Deze aanpassing moet
door de monteur worden uitgevoerd.
In een configuratiemodus worden de volgende parameters van de software van
de installatie (afb. b, pagina 8) ingesteld:
Menu-
Parameter
niveau
1
Opgave
instelwaarde
temperatuur
2
Uitschakeling bij
onderspanning
3
Opgave bedrijfs-
modus
4
Fabrieks-
instellingen
5
Weergave
temperatuur-
eenheid
I
INSTRUCTIE
De configuratiemodus kan ook nog opgeroepen worden, als de
onderspanningsbeveiliging de installatie heeft uitgeschakeld en er nog een
restspanning ter beschikking staat.
144
Betekenis
De installatie start met de hier
gedefinieerde temperatuur-instel-
waarde.
De accubewaker schakelt bij de hier
gedefinieerde spanning de installatie
uit.
De installatie start met de hier
gedefinieerde bedrijfsmodus.
De parameters 1-3 kunnen op de
fabrieksinstellingen worden teruggezet.
De temperatuur kan in °C of °F worden
aangegeven.
CoolAir SP950I
Fabrieks-
instelling
20 °C (68 °F)
Waarde 4 =
22,8 V
0 = auto-
matische
modus
--
°C
NL