CoolAir SP950I
• Gebruik de airconditioning enkel als de behuizing en de leidingen onbe-
schadigd zijn!
• De installatie, het onderhoud en eventuele reparaties mogen alleen door
een gespecialiseerde firma uitgevoerd worden die met de daarmee verbon-
den gevaren resp. de betreffende voorschriften vertrouwd is!
• Plaats de airconditioning niet in de buurt van ontvlambare vloeistoffen of in
gesloten ruimtes.
• Grijp niet in ventilatieroosters of ventilatie-openingen en steek geen
vreemde voorwerpen in de installatie.
• In geval van brand opent u de installatie niet, maar gebruikt u blusmiddelen
die zijn toegestaan. Gebruik geen water om te blussen.
• Schakel de airconditioning uit, voordat u automatische wasinrichtingen
(wasstraten enz.) voor de reiniging van het voertuig gebruikt!
• Maak bij werkzaamheden aan het toestel alle verbindingen met de voedings-
spanning los!
• Voor het omklappen van de bestuurderscabine moet de installatie worden
uitgeschakeld.
2.2
Omgang met elektrische leidingen
• De elektrische leidingen worden eventueel door wanden met scherpe ran-
den geleid. Gebruik daarvoor lege buizen of leidingdoorvoeren!
• Plaats geen losse of scherp geknikte leidingen op elektrisch geleidend mate-
riaal (metaal)!
• Trek niet aan leidingen!
• Bevestig en plaats de leidingen zodanig, dat er niet over gestruikeld kan wor-
den en beschadiging van de kabel uitgesloten is.
• De elektrische aansluiting mag alleen door een gespecialiseerde firma wor-
den uitgevoerd.
• Beveilig de aansluiting aan het stroomnet in het voertuig met een zekering
van 25 A.
• Leg de voedingsleiding (accukabel) nooit in de buurt van signaal- of stuurlei-
dingen.
NL
Veiligheidsaanwijzingen
133