PZS-2
Nederlands
Gebruik met één trein
Let op: Bij gebruik met één trein moet de trein bij het inschakelen van
de pendeltreinbesturing in station 1 staan. Staat hij in station 2 dan
rijdt hij in de rijrichting "heen" tegen het stootblok.
Gebruik met twee treinen
Let op: Bij gebruik met twee treinen moet één trein bij het inschakelen
van de pendeltreinbesturing in station 1 staan. Controleer voor het
inschakelen of de wissel dusdanig staat dat de trein bij het bereiken
van eindstation 2 op een vrij spoor kan binnenrijden.
Het kan voorkomen dat bij de eerste rit na het inschakelen de trein die
bij de start is vertrokken van eindstation 1, na de ingestelde stoptijd
vanaf eindstation 2 terugrijdt en niet de trein die bij de start in
eindstation 2 stond. Na een volgende heenreis van deze trein begint
dan het normale bedrijf.
De wissel wordt automatisch heen en weer geschakeld waardoor de
treinen afwisselend wegrijden van de sporen 1 en 2.
Let op: De stand van de wissel of de bezettoestand van de beide sporen
in eindstation 2 worden niet door de schakeling gecontroleerd. Wanneer
de wisselstand van buitenaf veranderd wordt kan het daarom voorkomen
dat een binnenrijdende trein een bezet spoor op rijdt.
Verlenging van de stoptijden
Wanneer de schakelingang "verlenging van de stoptijd" met massa wordt
verbonden, kunnen de stopfasen individueel verlengd worden. De
schakelingang kan bv. op een schakelaar of een externe schakeling worden
aangesloten. Het sluiten van het massacontact is van kracht op de volgende
uit te voeren stop of op de stop die op dat moment wordt uitgevoerd.
Let op: De stop op een station, halteplaats of tussenstop duurt
minstens zo lang als voor de betreffende stop is geprogrammeerd, ook
wanneer de verbinding met de massa voor de schakelingang eerder
wordt verbroken.
Pagina 31