5.5.2 Leiding aansluiten (transportabele opstelling - kabellengte 10 meter)
5.6 Opstelling van het pompaggregaat
18 / 28
5.7 Elektrisch aansluiten
DVV 3
1. Op het pompaggregaat kan een slang met een binnendiameter van 30 millimeter
worden aangesloten. Hiertoe een verbindingsstuk G 1 ¼ in de schroefmof schroeven
(zie toebehoren "Afvoerslangset A 25 B").
2. De slang met een slangklem vastzetten.
DVV 4
1. Slangaansluiting G 1 ½" voor slang met een binnendiameter van 40 millimeter
opschroeven (een bochtstuk is als optie verkrijgbaar)
2. De slang met een slangklem vastzetten.
c
b
E
Afb. 5: Inbouwmaten en schakelpunten
c
Inschakelpunt
Tab. 4: Aanbevolen inbouwmaten
Grootte
DVV 32
DVV 34
DVV 4
1. Indien nodig kan het pompaggregaat aan een aan de handgreep bevestigde kabel
worden opgehangen.
2. Het pompaggregaat op een stevige ondergrond opstellen.
Aanbevolen inbouwmaten in acht nemen.
3. Pompaggregaat zodanig uitlijnen dat de vlotter ongehinderd kan bewegen.
Stekker in het stopcontact steken.
De pomp wordt automatisch in- en uitgeschakeld.
b
Uitschakelpunt
E
[mm]
400×400
400×400
400×450
h
[mm]
400
500
550