• Functie #4, groene led knippert 4 x kort: Startmodus bij het wegrijden
Afhankelijk van de instelling geschiedt het wegrijden met meer of minder vermogen. Houd er rekening
mee, dat bij de beide instellingen "snel" en "zeer snel" ook een krachtiger accu wordt gebruikt, die de
bij het wegrijden noodzakelijke hoge stroom kan leveren. Deze instellingen moeten bovendien alleen bij
rulle ondergrond worden gebruikt, omdat dit anders tot een verminderde levensduur van de tandwielen
(aandrijfrondsel, hoofdtandwiel, differentiëlen) leidt.
• Functie #5, groene led knippert 5 x kort: Maximale remkracht
De rijregelaar biedt afhankelijk van de stand van de hendel een evenredige remkracht. De maximale
remkracht bij volledige uitslag is instelbaar tussen 25%, 50%, 75% en 100%.
Een hoge instelling (bijv. 100%) verkleint de remweg, maar heeft ook negatieve uitwerkingen op de levens-
duur van de tandwielen (aandrijfrondsel, hoofdtandwiel en differentiëlen).
Resetten van de rijregelaar
Door deze functie kunnen alle instellingen, die u in de setup van de rijregelaar hebt uitgevoerd, naar de
fabrieksinstelling worden teruggezet.
• Schakel de zender in. Laat de bedieningshendel voor de rij-/remfunctie in de neutraalstand stand, niet
bewegen.
• Schakel de rijregelaar in. Het voertuig moet nu bedrijfsklaar zijn, er brandt geen led op de rijregelaar.
• Houd de set-uptoets langer ingedrukt, totdat de rode en de groene led gelijktijdig knipperen.
• Schakel de rijregelaar uit. Alle instellingen worden aansluitend op de basisinstellingen teruggezet, bekijk
de grijze velden in de tabel.
Informatie voor het gebruik
• Als de bedieningshendel voor rij-/remfunctie direct van vooruit- naar achteruitrijden wordt geschoven,
wordt de rem van de rijregelaar geactiveerd (voertuig rijdt NIET achteruit!). Zet, terwijl het voertuig nog
beweegt, de bedieningshendel van achteruitrijden naar neutraal en aansluitend weer naar achteruitrijden.
Dan zal de motor (indien de achteruitrijdfunctie werd geactiveerd) achteruitrijdend starten.
Deze rijstijl zorgt voor een verhoogde slijtage van overbrengingen en banden. Tevens is het stroomver-
bruik hoger en zal hierdoor de rijtijd worden verkort. Om deze reden adviseren wij om pas na stilstand van
het model weer te gaan rijden.
• Bij uitval van het zendersignaal of bij het verlaten van het zenderbereik schakelt de rijregelaar de motor
uit.
• Als de uitschakelspanning van de accu wordt bereikt, blijft het voertuig staan. Gebruik het voertuig niet
meer, om een diepontlading en dus een mogelijke beschadiging van de accu te voorkomen.
• De rijregelaar schakelt bij te hoge temperatuur van de rijregelaar en bij een motorblokkade uit. In dit
geval moet de bediening onmiddellijk worden ingesteld en de motor resp. de aandrijving op soepele loop
controleren. Controleer ook of de rijregelaar voldoende rijwind (koellucht) krijgt. De rijregelaar zal na het
afkoelen resp. na het opheffen van de motorblokkade weer als gebruikelijk functioneren.
• Wanneer de rijregelaar/motor niet functioneert resp. bewegingen aan de bedieningshendel voor de rij-/
remfunctie niet tot het starten van de motor leiden, schakel dan de rijregelaar uit. Controleer dan de
neutraalstand op de zender. Zet de afregeling voor de rijfunctie in de middelste stand, laat de gashendel
los (resp. zet hem eveneens in de middelste stand). Controleer of de zender is ingeschakeld en of de
batterijen/accu's van de zender en het voertuig zijn geladen.
Gebruik beëindigen
• Schakel eerst de rijregelaar uit (schakelaar in de stand "OFF" zetten).
• Haal de accu uit de rijregelaar.
• Schakel nu pas de zender uit.
Problemen opheffen
• De rijregelaar werkt niet en de ventilator loopt niet.
Controleer de rijaccu en de kabels tussen de accu en de rijregelaar.
• De rijregelaar functioneert en geeft in terugkerende volgorde twee signaaltonen weer. Parallel hier-
bij knippert de groene led.
De spanning van de rijaccu is of te hoog of te laag.
• De rijregelaar werkt niet en de ventilator loopt.
Controleer de werking van de afstandsbediening. Voor testdoeleinden kan de rijregelaar van de ontvanger
worden losgekoppeld en in plaats daarvan kunnen een servo en een ontvangeraccu worden aangesloten.
Op deze manier kan worden gecontroleerd of de afstandsbediening correct functioneert.
• De motor blijft plotseling stilstaan.
Of het model bevindt zich buiten het zenderbereik en ontvangt geen besturingssignaal van de ontvanger
of de onderspanningsuitschakeling van de rijregelaar is geactiveerd.
• De motor reageert niet juist op de besturingscommando's van de zender.
Controleer alle kabels en verbindingen op leidingbreuk of losse contacten. Programmeer de fabrieksinstel-
lingen en sla opnieuw de eindpunten op voor vooruit-/achteruitrijden alsook de neutraalstand.
Om invloeden van buitenaf uit te sluiten, rijdt u het model voor testdoeleinden naar een andere plaats.
Service en onderhoud
Ook wanneer de rijregelaar stof- en waterdicht is en in een extreem geval kortstondig en zonder ventilator
onder water zou kunnen worden gebruikt, adviseren wij na het gebruik van het voertuig vuil en vocht met een
zachte doek te verwijderen. Laat een eventueel nat geworden regelaar goed drogen.
Stof en vuil, dat door de ventilator werd opgezogen, kan eenvoudig met een kwastje worden verwijderd.
Hiervoor moeten de vier schroeven van de ventilatorafdekking worden verwijderd en moet de ventilator
worden uitgebouwd.
Verwijdering
Verwijder elektrische en elektronische producten niet met het huishoudelijke afval!
Verwijder het product aan het einde van zijn levensduur conform de geldende wettelijke bepalin-
gen.
Technische gegevens
Aantal cellen NiCd/NiMH ...............................4 - 9 (5,0 - 10,8 V)
Aantal cellen LiPo ..........................................2 - 3 (7,4 - 11,1 V)
Continustroom ...............................................45 A
Impulspiekstroom ..........................................260 A
Interne weerstand ..........................................0,0012 Ohm
Geschikte sensorloze brushless-motoren .....Toerentalbereik: 3650 KV
BEC ...............................................................6 V/2 A
Functies .........................................................Evenredig vooruit, rem, evenredig achteruit
Afmetingen ....................................................46 x 34 x 35 mm
Gewicht ..........................................................75 g
* 12 V-ventilator noodzakelijk
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau
(www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting
voorbehouden.
© Copyright 2013 by Conrad Electronic SE.
4 - 6 NiCd/NiMH of 2S LiPo: ≥ 9T on-road
≥ 12T off-road
7 - 9 NiCd/NiMH of 3S LiPo: ≥ 12T on-road
≥ 18T off-road