Aanwezigheidsmelder theRonda P360 KNX/theRonda S360 KNX
Parameternaam
Waarden
Alternatieve lichtsterkte-
schakelwaarde/ge-
wenste lichtsterkte
Alt. Lichtsterkte-schakel-
waarde/gewenste lichts-
terkte via bus instellen
2.4.5 Detailinstellingen kanaal C1 licht schakelen
De parameterpagina is zichtbaar als bij de parameter <Functie kanaal C1 licht> "Licht schakelen" is ingesteld. Zie pagina 17 hoofdstuk 2.4.1.
Parameternaam
Waarden
Verlichting dimbaar bij
schakelen
Duur van de handmatige
tot nalooptijd licht
oversturing
Stand-by-tijd licht
Duur stand-by-tijd licht
08.2021 © Theben AG
Betekenis
actief Een tweede, alternatieve gewenste lichtsterke kan worden geparametreerd. Tijdens
het bedrijf kan tussen deze beide gewenste lichtsterktes worden omgeschakeld.
Busobject 22 is zichtbaar en kan worden gebruikt.
- Bij een AAN-telegram naar het overeenkomstige busobject wordt overgescha-
keld naar de alternatieve gewenste lichtsterktewaarde.
- Bij een UIT-telegram wordt naar de oorspronkelijke waarde teruggeschakeld. Dit
geldt zowel voor schakelen als voor de constante lichtregeling.
Voorbeeld: realisering van een dag- en nachtregeling met twee verschillende licht-sterktes.
De parameter is zichtbaar als <Keuze lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichts-
terkte> actief is.
Met busobject 22 kan tijdens het bedrijf tussen de lichtsterkte-schakelwaarden/
gewenste lichtsterktes worden omgeschakeld.
10–3000 lx
De alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan stapsgewijs
tussen 10–3000 lx worden ingesteld.
400 lx
Standaardwaarde
NB: Past de alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte niet
bij de momenteel ingestelde ruimtecorrectiefactor (zie instelgrens), dan wordt de
alternatieve lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte automatisch op de
betreffende grenswaarde ingesteld.
Meting UIT De aanwezigheidsmelder is alleen afhankelijk van aanwezigheid. (alleen bij de func-
tie "Licht schakelen" mogelijk)
Parameter alleen beschikbaar als bij <Keuze lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste
lichtsterkte> „actief" werd geselecteerd.
ja Busobject 6 is zichtbaar en kan worden gebruikt.
nee Busobject 6 is niet beschikbaar.
NB: De lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan altijd met de af-
standsbediening worden ingesteld.
Betekenis
ja De verlichting kan handmatig worden gedimd. De parameter "Duur van de hand-
matige oversturing" wordt getoond.
De busobjecten 1 - 3 zijn zichtbaar en kunnen worden gebruikt.
nee De verlichting kan niet worden gedimd.
De parameter is zichtbaar als de parameter <Verlichting dimbaar bij schakelen>
is afgelopen
op "ja" is ingesteld.
De ingestelde dimwaarde is geldig totdat de nalooptijd is afgelopen. Aansluitend
wordt op automatische bediening overgeschakeld.
15 min - 120 min De ingesteld dimwaarde is geldig totdat de ingestelde tijd of de nalooptijd is afge-
lopen. Aansluitend wordt op automatische bediening overgeschakeld.
De parameter is zichtbaar als de parameter <Verlichting dimbaar bij schakelen>
op "ja" is ingesteld.
niet-actief
De stand-by-functie is niet beschikbaar.
actief De stand-by-functie is beschikbaar en de parameters worden getoond.
De parameter is zichtbaar als de parameter <Stand-by-tijd licht> op "actief" is inge-
steld.
30 s – 60 min
De stand-by-tijd zorgt ervoor dat de beide lichtgroepen na afloop van de nalooptijd tot
de ingestelde stand-by-dimwaarde worden gedimd in plaats van te worden uitgescha-
keld. De stand-by-tijd kan tussen 30 seconden en 60 minuten worden ingesteld.
30 min
Standaardwaarde
Pagina 21
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.