Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Eingeschappen Van De Objecten Voor De Lichtregeling - Theben theRonda P360 KNX Handboek

Inhoudsopgave

Advertenties

Aanwezigheidsmelder theRonda P360 KNX/theRonda S360 KNX

2.3.3 Eingeschappen van de objecten voor de lichtregeling

Bij het schakelen verandert de naam gewenste waarde in schakelwaarde.
Object
Objectnaam
Object 0
Kanaal C1 licht
Object 0
Kanaal C1 licht
Object 1
Kanaal C1 licht
Object 2
Kanaal C1 licht
Object 3
Kanaal C1 licht
Object 4
Kanaal C1 gewenste
lichtsterkte
Object 5
Kanaal C1 gewenste
lichtsterkte (Teach-
in)
08.2021 © Theben AG
Functie
Beschrijving
Schakelen
In de functie „Schakelen" zendt de schakeluitgang licht C1 bij het herkennen
van een beweging en onvoldoende lichtsterkte een AAN-telegram en na afloop
van de nalooptijd of bij voldoende lichtsterkte een UIT-telegram:
0 = afwezigheid of voldoende lichtsterkte (UIT)
1 = aanwezigheid en onvoldoende lichtsterkte (AAN)
Schakelen
Object 1 - 3 zijn beschikbaar als bij de functie „Constante lichtregeling" of bij
„Schakelen" <Verlichting dimbaar bij schakelen> "ja" werd geselecteerd.
Lichter/don-
kerder
In de functie „Constante lichtregeling" worden de objecten 0 - 3 voor de
constante lichtregeling gebruikt. De constante lichtregeling werkt alleen als
Waarde zenden
alle vier objecten worden verbonden. De reactie verschilt afhankelijk van de
Waarde retour-
ingestelde parameters.
melding
De constante lichtregeling kan met een waarde- of AAN-telegram worden
gestart. Nadere informatie vindt u op pagina 22 hoofdstuk 2.4.6.
In de functie „Constante lichtregeling" of „Constante lichtregeling zonder aan-
wezigheid" kan de constante lichtregeling ook zonder aanwezigheid worden
gebruikt. Het gebruik onafhankelijk van de aanwezigheid kan via object 24
worden geactiveerd en gedeactiveerd.
De aanwezigheidsmelder bezit geen specifieke drukknopingangen, maar rea-
geert op drukknopcommando's, die naar object 0 t/m 2 worden gezonden.
Als reactie kan bij handmatige regeling "school" of "office" worden gekozen.
Let op de opmerkingen over de drukknopbediening op pagina 32 hoofdstuk
3.
Waarde ont-
Object beschikbaar als bij <Lichtsterkte via bus instellen> „ja" werd gese-
vangen
lecteerd.
Daarmee kan de gewenste lichtsterkte tijdens het gebruik worden gewijzigd.
Ligt de ontvangen gewenste lichtsterkte buiten het waardebereik (10..3000
lux) of past de gewenste lichtsterkte niet bij de momenteel ingestelde ruimte-
correctiefactor (zie instelgrens), dan wordt de ontvangen gewenste lichtsterkte
automatisch op de betreffende grenswaarde ingesteld.
Object 4 zendt de opgeslagen waarde van de gewenste lichtsterkte terug.
Bij wijziging van de gewenste lichtsterkte met de afstandsbediening wordt de
nieuwe waarde gezonden.
Waarde "0" betekent bij schakelen "Meting UIT".
$01=oproepen,
Object beschikbaar als bij <Lichtsterkte via bus instellen> „ja" werd gese-
$81=opslaan
lecteerd.
Met een waardetelegram $81 (129) neemt de aanwezigheidsmelder de
momenteel gemeten lichtsterkte [lux] als nieuwe gewenste lichtsterkte resp.
alternatieve gewenste lichtsterkte over (afhankelijk van welke op dat moment
actief is).
Als bijv. op de alternatieve gewenste lichtsterkte werd omgeschakeld, wordt de
momenteel gemeten lichtsterkte [lux] door het waardetelegram $81 (129) in
de alternatieve gewenste lichtsterkte overgenomen.
Object 4 zendt de opslagen waarde van de momenteel actieve gewenste
lichtsterkte resp. object 6 de alternatieve gewenste lichtsterkte (afhankelijk van
welke op dat moment actief is).
Met een waardetelegram $01 (1) zendt object 4 de huidige gewenste lichtster-
kte resp. object 6 als de alternatieve gewenste lichtsterkte actief is.
De momenteel actieve gewenste lichtsterkte wordt overgenomen.
Pagina 11
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Theronda s360 knxTheronda s360 knx flat deTheronda s360 knx ap

Inhoudsopgave