Aanwezigheidsmelder theRonda P360 KNX/theRonda S360 KNX
2.4.4 Kanaal C1 licht
Parameternaam
Waarden
Bedieningswijze
Lichtsterkte-schakel-
waarde
Gewenste lichtsterkte
(alleen afhankelijk
van aanwezigheid)
Lichtsterkte-schakel-
waarde/gewenste lichts-
terkte via bus instellen
Nalooptijd licht
Nalooptijd licht via bus
instellen
Korte aanwezigheid
Keuze lichtsterkte-scha-
kelwaarde/gewenste
lichtsterkte
08.2021 © Theben AG
Betekenis
Volautomatisch In de <bedieningswijze> „Volautomatisch" schakelt of regelt het kanaal licht
automatisch de verlichting afhankelijk van de aanwezigheid en lichtsterkte van de
omgeving. Het uitschakelen vindt automatisch plaats.
Halfautomatisch In de <bedieningsmodus> „Halfautomatisch" moet de verlichting altijd handmatig
met drukknoppen of de afstandsbediening worden ingeschakeld. Uitzondering:
Wordt binnen 10 seconden nadat de nalooptijd licht is afgelopen een beweging
gedetecteerd, dan wordt de verlichting automatisch ingeschakeld. Het uitschakelen
vindt automatisch plaats.
Zie ook pagina 32 hoofdstuk 3.
Licht schakelen: de lichtsterkte-schakelwaarde bepaalt de minimaal gewenste
lichtsterkte. De momenteel aanwezige lichtsterkte wordt onder de aanwezigheids-
melder gemeten. Indien de aanwezige lichtsterkte lager is dan de schakelwaarde,
dan wordt het licht, voorzover aanwezigheid wordt herkend, ingeschakeld.
Constante lichtregeling: de bepaalde gewenste lichtsterkte wordt door het regelen/
dimmen van de lampen bereikt (object 1 - 3 en 12 - 14).
10–3000 lx De lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan trapsgewijs tussen
10–3000 lx worden ingesteld.
500 lx Standaardwaarde.
Meting uit
Licht schakelen:
De lichtsterkte-schakelwaarde kan met de instelling „Meting uit (alleen afhankelijk
van aanwezigheid)" worden gedeactiveerd.
De managementafstandsbediening "SendoPro 868-A", de app-bediening "theSenda
B/theSenda Plug" of de installatieafstandsbediening "theSenda P" dient ter onder-
steuning van de instelling van de lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte.
NB: Past de lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte niet bij de momen-
teel ingestelde ruimtecorrectiefactor (zie instelgrens), dan wordt de lichtsterkte-
schakelwaarde/gewenste lichtsterkte automatisch op de betreffende grenswaarde
ingesteld.
ja Busobject 4 en 5 zijn zichtbaar en kunnen worden gebruikt.
nee Busobject 4 en 5 zijn niet beschikbaar.
NB: De lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte kan altijd met de af-
standsbediening worden ingesteld.
30 s – 60 min
De nalooptijd kan tussen 30 seconden en 60 minuten worden ingesteld. Bij elke
herkende beweging wordt de nalooptijd opnieuw gestart.
10 min
De nalooptijd past zich zelflerend aan het gebruikersgedrag aan. Deze kan automa-
tisch tot max. 30 minuten worden verhoogd resp. weer tot de ingestelde minimum-
tijd worden verlaagd. De nalooptijd verandert niet zelflerend bij een instelling ≤ 2
minuten of ≥ 30 minuten.
De nalooptijd geldt voor alle kanalen licht C1, C2 gezamenlijk.
ja
De nalooptijd kan via de bus worden ingesteld. Busobject 27 is beschikbaar.
nee
De nalooptijd kan met de afstandsbediening worden ingesteld.
Bij het kortdurende betreden van een ruimte kan de nalooptijd kanaal licht vroegtij-
dig worden beëindigd. (Bij bedieningswijze Volledig automatisch en Halfautomatisch)
niet-actief De nalooptijd wordt volgens de ingestelde parameter toegepast.
actief Als een niet-bezette ruimte wordt betreden en slechts gedurende maximaal
30 seconden bezet is, wordt het licht na 2 minuten vroegtijdig uitgeschakeld.
De korte aanwezigheid wordt ook toegepast als het licht met een drukknop wordt
ingeschakeld.
niet-actief Er is slechts één lichtsterkte-schakelwaarde/gewenste lichtsterkte (basis) beschik-
baar.
Pagina 20
Technische wijzigingen en drukfouten voorbehouden.