NEDERLANDS
Reinigen en onderhoud
Voor elke reinigings- en onderhoudsbeurt de wasmachine
uitschakelen en loskoppelen.
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten en scheuren.
DE BUITENKANT VAN DE WASMACHINE REINIGEN
Gebruik een zachte vochtige doek om de buitenste delen van
de wasmachine schoon te reinigen.
Gebruik geen glas of reinigingsmiddelen voor algemeen
gebruik, schuurpoeder of dergelijke om het bedieningspaneel
schoon te maken - deze stoffen kunnen de afdrukken
beschadigen.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Voor waterstopslangen. Als de watertoevoerslang is
beschadigd, vervang deze dan door een nieuwe slang die
verkrijgbaar is via onze klantenservice of uw gespecialiseerde
dealer.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine
veiligheidsklepinspectievenster (zie pijl). Als het rood is werd
de waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een
nieuwe worden vervangen.
DE MAZENFILTERS IN DE WATERTOEVOERSLANG REINIGEN
1. De waterkraan dichtdraaien en de toevoerslang
losschroeven.
2. Het mazenfilter aan het uiteinde van de slang zorgvuldig
reinigen met een fijne borstel.
3. Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de
wasmachine handmatig los. Het filter van de klep aan de
achterkant van de wasmachine weghalen met behulp van
een combinatietang en zorgvuldig reinigen.
4. Het filter opnieuw insteken. De toevoerslang opnieuw
aansluiten aan de waterkraan en wasmachine. Geen
gereedschap gebruiken om de toevoerslang aan te sluiten.
Open de waterkraan en controleer of alle aansluitingen vast
zitten.
59