NEDERLANDS
Dagelijks gebruik
HET WASGOED KLAARMAKEN
Zakken leeg maken
•
Munten, paperclips en dergelijke kunnen het
wasgoed en de onderdelen van de wasmachine
beschadigen.
•
Tissues worden tijdens de wascyclus verscheurd
en de fragmenten dienen vervolgens met de
hand worden verwijderd.
Sluit alle ritssluitingen, knopen en haakjes. Maak alle linten
en gordels vast
•
Steek kleine kledingstukken (bijv. nylon
bonnetterie, gordels, enz.) en kledingstukken
met haakjes (bijv. beha's) in een stoffen zak of
in een kussensloop met ritssluiting.
•
Verwijder ringen uit gordijnen of doe anders
de gordijnen in een stoffen zak samen met de
ringen.
GEBRUIK VAN DE WASMACHINE
1. Was in de machine doen
Maak de deur open en doe de was in de machine.
Plaats de stukken wasgoed één voor één in de
trommel zonder de machine te overladen. Houd
u aan de maximale belading die te vinden is in de
"PROGRAMMATABEL".
Als de wasmachine te vol wordt gestopt, wordt
het wasgoed minder goed gewassen en kreukt
het meer.
2. Deur sluiten
3. Kraan opendraaien
Zorg ervoor dat de wasmachine is aangesloten
op het waterleidingnet.
Draai de kraan open.
De wasmachine inschakelen
Druk op "ON/OFF"
, de "Start/Pauze"
langzaam.
4. Het gewenste programma instellen
Selecteer het gewenste programma met de draaiknop voor het
kiezen van het programma.
De wasmachine geeft automatisch de
standaardtemperatuurinstelling weer en vervolgens de
duur van de wascyclus. Stel zo nodig de temperatuur- en/of
centrifugesnelheidsinstellingen af met de betreffende toetsen.
Wijzig de temperatuur, indien nodig
Druk op de "Temperatuur" toets
temperatuurinstelling geleidelijk te verlagen totdat koud
wassen ingesteld is ("- -" wordt op het display weergegeven).
Druk opnieuw op de toets om de hoogste instelling opnieuw in
te stellen.
De centrifugeersnelheid wijzigen, indien nodig
Druk op de "Centrifuge"-toets
geleidelijk te verlagen totdat de centrifugecyclus is
uitgeschakeld ("0" wordt op het display weergegeven). Druk
opnieuw op de toets om de hoogste instelling opnieuw in te
stellen.
Selecteer functies, indien nodig
Druk op de toets om de functie te selecteren; het bijbehorende
symbool op het display brandt.
Druk opnieuw op de toets om de optie te annuleren; de lamp dooft.
Zorg ervoor dat er geen was vast
komt te zitten tussen het deurglas
en de rubberen sluitband.
De deur zodanig sluiten dat u de
sluitklik hoort.
lamp knippert
om de
om de centrifugesnelheid
Als de geselecteerde functie niet compatibel is met het
ingestelde programma, zal dit worden aangegeven door een
geluid (3 pieptonen) en gaat het bijbehorende indicatorlampje
knipperen.
Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een
andere eerder ingestelde functie, zal alleen de laatst gekozen
functie actief blijven.
5. Wasmiddel toevoegen
Trek het wasmiddeldoseerbakje naar buiten en
doe wasmiddel (en nabehandelingsproducten/
verzachter) in de bijbehorende compartimenten
zoals beschreven in het hoofdstuk
"WASMIDDELDOSEERBAKJE ". Houd u aan
de doseringen die op de verpakking van het
wasmiddel worden aanbevolen.
Correcte dosering van wasmiddel /
nabehandelingsproducten is belangrijk, omdat:
•
het wasresultaat wordt geoptimaliseerd;
•
het irritante resten van overtollige wasmiddel in uw
wasgoed voorkomt;
•
het geld bespaart door het voorkomen van verspilling van
overtollig wasmiddel;
•
het de machine beschermt door het voorkomen van
verkalking van onderdelen;
•
het aandacht heeft voor het milieu door het voorkomen van
onnodige belasting voor het milieu.
6. De start van een programma uitstellen
•
Om een programma later te laten starten, zie de paragraaf
"FUNCTIES / STARTVERTRAGING" op pagina 57.
7. Programma starten
•
Druk op "Start/Pauze"
gaat branden, de deur wordt vergrendeld, de indicator
van "Deur vergrendeld"
pieptoon.
•
Het wasmiddeldoseerbakje tijdens een programma in
uitvoering niet meer openen, om overstromingen te
voorkomen.
De resterende programmaduur kan variëren. Factoren als
onbalans in de lading van het wasgoed of schuimvorming kan
een effect hebben op de duur van het programma.
8. De instellingen van een programma in uitvoering
wijzigen, indien nodig
U kunt de instellingen wijzigen terwijl een programma al wordt
uitgevoerd. De wijzigingen worden toegepast als de
bijbehorende programmafase nog niet is afgelopen.
Om de instellingen van een programma in uitvoering te
wijzigen:
•
Druk op "Start/Pauze"
programma in uitvoering te onderbreken.
•
Wijzig uw instellingen.
•
Druk opnieuw op "Start/Pauze"
bevestiging) om het programma te vervolgen.
Als u het programma heeft gewijzigd geen wasmiddel voor
het nieuwe programma toevoegen.
Om te voorkomen dat een programma in uitvoering per
ongeluk wordt gewijzigd (bijvoorbeeld door kinderen), gebruik
de toetsblokkering
(zie paragraaf "FUNCTIES").
Onderbreek een programma in uitvoering en open de deur
open, indien gewenst
•
Start/Pauze"
indrukken om een programma in uitvoering
te onderbreken.
•
Mits het waterpeil of de temperatuur niet te hoog is, zal het
controlelampje voor "deur vergrendeld"
deur openen, bijvoorbeeld om was toe te voegen of om was
er uit te halen die per ongeluk in de wasmachine is gedaan.
•
Druk op "Start/Pauze"
. Het bijbehorende indicatorlampje
gaat branden en er klinkt een
(pieptoon ter bevestiging) om het
(pieptoon ter
doven. U kunt de
om het programma te vervolgen.
55