2.2.6 Omgevingstemperatuur
Het toestel niet installeren in ruimtes waar de omgevingstemperatuur warmer dan 35 graden wordt. De
interne componenten worden te wam en gaan daardoor versneld defect. Dit valt niet onder de garantie.
In koude ruimtes zal er eerder condensatie in het rookgasafvoersysteem ontstaan. Het plaatsen van een
condens-afvoer, of isoleren van de afvoerbuizen kan noodzakelijk zijn.
2.2.7 Corrosieve omgeving
Het toestel niet gebruiken in een omgeving met corrosieve of chemisch agressieve gassen of dampen.
De warmtewisselaar en andere interne onderdelen zullen hierdoor versneld defect gaan. Dit valt niet
onder de garantie. Dit geldt ook voor de ruimtethermostaat.
2.2.8 Installatie Afstanden
Controleer ook of het toestel eenmaal geplaatst, geen gevaar of schade kan opleveren i.v.m. bijvoorbeeld
vocht, stof, ontvlambare of corrosieve gassen of dampen en/of brandbare materialen. Zorg voor vrije
aanzuig én uitblaasmogelijkheid, b.v. binnen 5m vanaf de voorkant van het toestel mogen zich absoluut
geen materialen (kunnen) bevinden. Lees nauwkeurig het hoofdstuk waarin de plaatsing beschreven
wordt.
2.2.9 Condensatie van de rookgassen in de rookgasafvoer.
Bij overschrijding van een bepaalde lengte van het rookgasafvoerkanaal bestaat er kans op condensatie
van de rookgassen. Hierdoor kan het isoleren van de afvoerbuizen of het plaatsen van een
condensafvoer noodzakelijk zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 6.
2.2.10 Onderhoud
Tijdig onderhoud is strikt noodzakelijk!
Als het toestel niet tijdig gereinigd en onderhouden wordt, kan dit leiden tot schade van aan toestel of zijn
omgeving.
Lees hiervoor het hoofdstuk in deze handleiding waar het onderhoud beschreven wordt.
2.2.11 Brandgevaarlijke ruimtes, (parkeer)garages
De installatie moet voldoen aan de NPR 3378-22:2018. Dat betekent bij plaatsing als C-toestel in zgn.
brandgevaarlijke ruimtes, opstelplaats of herstelinrichting van motorvoertuigen (bijvoorbeeld een garage),
de opstelling moet voldoen aan de volgende voorwaarden.
De onderzijde van het toestel dient hoger dan 1,7m van de vloer geplaatst te worden. (warmtewisselaar >
450°C). Deze opstellingsruimte moet groter zijn dan 1.000m³ en een minimale vrije hoogte van 2,1m
hebben, verder is een ventilatie/infiltratie debiet van min. 600m³/h vereist.
Is een en ander niet het geval, dan dient een gasdetector geplaatst te worden, goedgekeurd conform
NEN‐EN‐IEC 60079‐29‐1 en waarvan de gasdetector autobrandstoffen (zoals benzine, lpg en aardgas)
kan detecteren. De werking van de gasdetector behoort zo te zijn dat binnen 1s na het bereiken van de
10% LEL het toestel wordt uitgeschakeld. In het geval dat de 10% LEL is bereikt, behoort het toestel niet
in bedrijf te komen.
2.3 Garantie
Het gebruik en/of de installatie van toestellen niet volgens dit instructieboek kan annulering van de
garantie inhouden.
(XR-NL-4001-a)
Pagina 4/23
Instructieboek Premix Luchtverwarmer type XR