Pagina 1
INSTRUCTIEBOEK PREMIX LUCHTVERWARMER TYPE XR DIT DOCUMENT ABSOLUUT DOORLEZEN ALVORENS MET DE INSTALLATIE TE BEGINNEN. NA INGEBRUIKNAME DE GEBRUIKER INSTRUEREN EN DIT DOCUMENT BIJ HET TOESTEL LATEN Datum: 11-2018 Versie: XR-NL-4001-a Toestellen voor Nederland Aardgas G25.3 en propaan G31...
Woord vooraf: Deze handleiding beschrijft de werking, installatie en bediening van deze luchtverwarmer. Het installatie voorschrift is bedoeld voor de erkende gas- en elektrotechnisch installateur. Voorts geeft het aanwijzingen voor de gebruiker en voor het onderhoud van de luchtverwarmer. Voor een veilige en doelmatige toepassing van deze luchtverwarmer is het strikt noodzakelijk deze handleiding juist toe te passen.
Algemeen 2.1 Veiligheidswaarschuwingen De installatie van het toestel mag uitsluitend door een erkend en geregistreerd installateur uitgevoerd worden. Werkzaamheden aan het toestel mogen alleen door gekwalificeerd personeel met gekalibreerde apparatuur plaatsvinden. Het toestel moet aangesloten worden volgens dit installatievoorschrift en alle installatietechnische normen en voorschriften die betrekking hebben op de aan te sluiten installatie.
2.2.6 Omgevingstemperatuur Het toestel niet installeren in ruimtes waar de omgevingstemperatuur warmer dan 35 graden wordt. De interne componenten worden te wam en gaan daardoor versneld defect. Dit valt niet onder de garantie. In koude ruimtes zal er eerder condensatie in het rookgasafvoersysteem ontstaan. Het plaatsen van een condens-afvoer, of isoleren van de afvoerbuizen kan noodzakelijk zijn.
Pagina 6
ethaan, 1,5% koolstofdioxide, 0,5% waterstof en 1,8% waterdamp bevat, waarbij het totale PE getal (propaanequivalent) niet hoger dan 7% mag zijn. Bovengenoemde grenswaarden voor de Wobbe-index zijn de waarden die gewaarborgd worden door de tests volgens de toestelnorm EN 1020 met de extreme grensgassen die voor de genoemde toestelcategorieën gelden.
Installatie 4.1 Plaatsing Controleer of de ondersteuningsconstructie stevig genoeg is. • Het toestel moet vrij kunnen aanzuigen en uitblazen. Als dit • belemmerd wordt kan dit tot oververhitting van het toestel leiden. Het toestel is niet geschikt voor inbouw. Houd voldoende afstand tot de omgeving in verband met •...
Montage set: verticaal Montage adapter XR10-30 t.b.v. draadstangen montage 4.2 Gasaansluiting De gasleiding moet voldoen aan de NEN 1078 en/of NEN 2078 en aan geldende plaatselijke en/of landelijke voorschriften. De voordruk moet buiten bedrijf én tijdens bedrijf van het toestel altijd bij aardgas tussen de 20 en 30mbar en bij propaangas tussen de 30 en 50 mbar liggen.
Type: Dik of dunwandig Alu-fix of BM-fix met een temperatuur klasse van T 250. Deze systemen hebben een lippenring met een hogere temperatuurklasse dan de standaard systemen die bij de groothandel liggen. Deze systemen zijn in ieder geval te betrekken via Winterwarm. Gebruik alleen pijpen en bochten in dezelfde diameter als de aansluitdelen op het toestel.
4.4.2 Maximale lengte De maximale leidinglengte tussen toestel en afvoercombinatie is 9m voor zowel af- als toevoer. Reken elke 90° bocht als 1,5m en elke 45° bocht als 1m rechte pijp. Wordt de weerstand in toe/ afvoersysteem te groot, dan zal de belasting van het toestel teveel zakken. 4.4.3 Uitmondingen De volgende afvoerconstructies zijn toegestaan: Verticale uitmonding...
In geval van verbrandingslucht direct betrokken uit de opstellingsruimte (B23), moet de luchtinlaat op het toestel voorzien worden van één bocht van 90° . (aanrakingsgevaar elektrische componenten). Zorg in dit geval voor voldoende aanvoer van verse lucht, e.e.a volgens de geldende voorschriften. 4.4.5 Montage Dak of geveldoorvoer Algemeen Controleer de onderdelen op eventuele beschadigingen.
Montage Muurdoorvoer 1. Controleer de onderdelen op eventuele beschadigingen. 2. Bepaal de plaats van de muurdoorvoer. 3. Maak een gat in de muur, zorg ervoor dat er geen stof beneden in het toestel valt. 4. Plaats de muurdoorvoer voorzichtig van buitenaf door de muur. Let op niet aan de kap draaien. 5.
Maximale beugelafstand 2 m. Verdeel lengten tussen beugels gelijkmatig. Schachtaansluiting leidingen: • Controleer of de leidingen behorende bij de schacht niet geblokkeerd en onbeschadigd zijn. Controleer of de leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd. Maak duidelijk wat de rookgasafvoer en de luchttoevoer is. Controleer of de stompen die uit de schacht steken na eventuele plaatsing van brandmanchetten een vrije insteeklengte hebben van minimaal 50 mm.
de unit de circulatieventilator op het minimum toerental (stand 1) inschakelen en de warme lucht die zich onder het plafond heeft opgehoopt, naar beneden verplaatsen. De Delta-T regeling functioneert alleen in combinatie met de voor dit toestel ontworpen ruimtethermostaat, de Multi Therm C of S. Uitschakelen delta-T-regeling Is deze delta-T-regeling niet gewenst, dan kan deze in het menuprogramma “Instellingen”...
Inbedrijfstelling en afstelling 6.1 Algemeen Elk toestel wordt vóór verpakking volledig op veiligheid en goede werking getest en daarbij o.a. afgesteld op de juiste verbrandingswaarden. Afstelling na montage is in de regel niet nodig, alleen controle op goede werking. De CO -waarde kan eventueel aangepast worden.
1 Controleer het CO in hoogstand Verlagen CO draai de Ratio adjuster rechtsom (minder gas). Verhogen CO draai de Ratio adjuster linksom (meer gas). 2 vervolgens Controleer het CO2 op Laagstand. De CO op in laagstand is lager dan op hoogstand. Verlagen CO draai de Offset adjuster linksom.
Pagina 17
Blokkerende storingen; deze verdwijnen zodra de oorzaak weggenomen is Display Omschrijving Uitleg Oorzaak E00, Interne fout Interne fout. t/m 04 E-05 Oververhitting Warmtewisselaar te heet E-06 Interne fout Interne fout. t/m 13 E-14 Vlam fout Vlamsignaal terwijl dat niet moet E-15 Interne fout Interne fout.
Oorzaak 12: E-foutmelding is langer dan 24 uur aanwezig Een E-foutmelding is tijdelijk en moet vanzelf verdwijnen. Als de fout langer dan 24hr aanwezig • is zal het toestel toch vergrendelen en moet met de hand gereset worden. Reset het toestel en kijk of het normaal functioneert.
Eventueel met een stofzuiger het inwendige van de heater reinigen. • Als de warmtewisselaar van buiten ook sterk vervuild is, dit reinigen met een zachte borstel. Gebruik • nooit een staalborstel. Maak het ventilatorrooster schoon met een stofzuiger en een borstel. •...
• Elk toestel moet een eigen nummer krijgen. Deze moeten ingesteld worden met de microschakelaars op de printplaat in het toestel. Het nummer van de microschakelaar welke naar boven staat, is het nummer voor het desbetreffende toestel. • Bij het toestel waarbij de microschakelaar op toestelnummer 1 is Heater 1 ingesteld, dient de busvoeding S1 op 1 te zijn ingesteld (dit toestel verzorgt 1 2 3 4 5 6 7 8...