Maximale beugelafstand 2 m.
-
Verdeel lengten tussen beugels gelijkmatig.
-
Schachtaansluiting leidingen:
•
Controleer of de leidingen behorende bij de schacht niet geblokkeerd en onbeschadigd
-
zijn.
Controleer of de leiding onder het juiste afschot is geïnstalleerd.
-
Maak duidelijk wat de rookgasafvoer en de luchttoevoer is.
-
Controleer of de stompen die uit de schacht steken na eventuele plaatsing van
-
brandmanchetten een vrije insteeklengte hebben van minimaal 50 mm.
Beugel het laatste element van de verbindingsleiding voor de doorvoer/schacht. Als dit
-
laatste element een bocht is, kan ook het voorliggende element gebeugeld worden.
Let op! Elk systeem moet minimaal 1 beugel bevatten. De eerste beugel moet op maximaal 0,5
•
meter van het toestel worden aangebracht.
5
Werking van het toestel
5.1 Algemeen
Het toestel kan zowel verwarmen als ventileren. Door gebruik te maken van een temperatuursensor op
het toestel en die in de ruimtethermostaat kan het temperatuursverschil tussen onder en boven bepaald
worden. Als dit verschil te groot is, doordat alle warmte zich onder het dak heeft verzameld, zal de
systeemventilator starten en deze warmte naar de werkvloer drukken.
Als de gewenste ruimtetemperatuur dan nog niet wordt bereikt, zal de heater gaan bijverwarmen. Door de
modulerende brander wordt precies de juiste hoeveelheid warmte toegevoerd waardoor een comfortabele
temperatuur wordt bereikt.
5.2 Brander cyclus beschrijving
Een brander cyclus is te volgen op het display in het toestel
Display
Status
0
Initialisatie
1
Reset
2
Standby
3
Rust Controle
4
Voorspoelen
5
Voor-ontsteken
6
Ontsteken
7
Vlam controle
8
Branden
9
Minimum
10
Brander uit
11
Na-ventileren
Altijd minimaal 4 minuten branden!
De brander zal altijd minimaal 4 minuten blijven branden, ook al wordt de warmtevraag binnen deze tijd
weggenomen, dit om condensatie in de rookgasafvoersysteem te voorkomen.
Het toestel zal maximaal 2 ontsteekpogingen doen alvorens in vlamstoring te vallen.
Bij vlamwegval tijdens bedrijf zal het toestel 1 herstartpoging doen.
Op het display zal een storingscode zichtbaar zijn.
5.3
Delta-T-regeling
Als de warmte boven in de ruimte blijft hangen kan het toestel deze warmte naar beneden drukken en
verdelen over de ruimte. Dit noemt men een verticale gradiënt regeling, ofwel de delta-T-regeling
Het toestel meet het temperatuurverschil tussen boven en onder door middel van twee
temperatuursensoren, één op het toestel en één in de ruimtethermostaat. Deze meten continu de
temperatuurgradiënt. Wordt deze te groot (boven warmer dan beneden) (fabrieksinstelling 8°C), dan zal
Instructieboek Premix Luchtverwarmer type XR
Omschrijving
Initialisatie besturing
Software reset
Standby, wacht op warmtevraag
Ruststand controle drukschakelaar
Voorspoelen door brander ventilator (30sec)
Drukschakellaar wordt gecontroleerd
Ontsteken / vonken zonder gas
Ontsteken / Vonken (5 sec)
Gasklep opent
Controle of de vlam brandt
Toestel brand en gaat moduleren naar warmtebehoefte
Voordat de vlam uitgaat, gaat eerst de brander naar minimum
vermogen
Gasklep sluit, brander stopt
Brander ventilator ventileert na
Systeem ventilator ventileert na
(XR-NL-4001-a)
Pagina 13/23