Calenta 15s - 25s - 28c - 35s - 40c
8.2
Problemen en oplossingen
Probleem
Er is geen sanitair warm water.
De radiatoren zijn koud.
De ketel werkt niet.
De waterdruk is te laag (< 0,8 bar).
Grote temperatuurschommelingen van
het sanitair warm water.
Storende geluiden in CV-leidingen/circuit
Ernstige waterlekkage onder of bij de
ketel.
080715 - 117068-08
Mogelijke oorzaak
De ketel werkt niet.
De SWW functie is uitgeschakeld.
De waterdruk is te laag (< 0,8 bar).
De spaardouchekop laat te weinig
water door
De richttemperatuur voor de
verwarming is te laag.
De verwarmingsfunctie is
uitgeschakeld.
De radiatorkranen zijn niet open.
De ketel werkt niet.
De waterdruk is te laag (< 0,8 bar).
De richttemperatuur voor de
verwarming is te laag.
Geen stroomvoorziening.
De waterdruk is te laag (< 0,8 bar).
De ketel staat op storing.
De gasdruk is te laag.
Te weinig water in de cv-installatie.
Waterlekkage.
Te weinig watertoevoer.
De beugels van de CV-leidingen zijn
te vast aangedraaid.
Er zit lucht in de
verwarmingsleidingen.
Het water stroomt te snel binnen de
cv-installatie.
De ketel of CV-leidingen zijn
beschadigd.
Oplossing
Controleer of er spanning op de ketel
4
staat.
Controleer de zekeringen en de
4
schakelaars.
Controleer of de gaskraan goed geopend
4
is.
Schakel de functie SWW in.
De installatie bijvullen met water.
Maak de douchekop schoon of vervang hem.
Verhoog de waarde van de parameter p1
of, indien een kamerthermostaat is
aangesloten, de temperatuur hiervan.
Schakel de verwarmingsfunctie in.
Open de kranen van alle op de installatie
aangesloten radiatoren.
Controleer of er spanning op de ketel
4
staat.
Controleer de zekeringen en de
4
schakelaars.
Controleer of de gaskraan goed geopend
4
is.
De installatie bijvullen met water.
Verhoog de waarde van de parameter p1
of, indien een kamerthermostaat is
aangesloten, de temperatuur hiervan.
Controleer of er spanning op de ketel
4
staat.
Controleer de zekeringen en de
4
schakelaars.
De installatie bijvullen met water.
Druk 2 seconden op de Reset-knop.
4
Corrigeer de storing, indien mogelijk.
4
Controleer of de gaskraan goed geopend is.
Open de gaskraan.
De installatie bijvullen met water.
Neem contact op met de installateur.
Open de kraan.
Neem contact op met de installateur.
De eventueel in de boiler, leidingen of kranen
aanwezige lucht moet verwijderd worden, om
storende geluiden te voorkomen die tijdens
het verwarmen of tappen van water kunnen
ontstaan.
Neem contact op met de installateur.
Sluit de watertoevoer.
4
Neem contact op met de installateur.
4
8. Bij storing
32