Calenta 15s - 25s - 28c - 35s - 40c
2
2 bar
1
7.4
Ontluchting van de installatie
T000183-A
080715 - 117068-08
6. Open de kranen van de ontkoppelaar.
1
T001618-A
7. Sluit de kranen van de ontkoppelaar wanneer de manometer een
druk van 2 bar aangeeft.
2
T001619-A
8. Nadat de installatie gevuld is, neemt u de ketel weer in bedrijf.
De eventueel in de boiler, leidingen of kranen aanwezige lucht moet
verwijderd worden, om storende geluiden te voorkomen die tijdens
het verwarmen of tappen van water kunnen ontstaan. Ga hiervoor als
volgt te werk:
1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
T000181-B
2. Stel de ruimtethermostaat af op een zo hoog mogelijke
temperatuur.
Door bijvullen met water komt er lucht in de CV-
installatie. Ontlucht de installatie. Na ontluchten kan de
waterdruk weer onder het vereiste niveau komen.
Controleer de waterdruk van de cv-installatie. Als de
waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld.
Het vullen en het ontluchten van de installatie 2 keer per
jaar zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te
krijgen. Neem contact op met uw installateur, indien u vaak
water bij moet vullen.
7. Controle en onderhoud
26