7. Controle en onderhoud
7.3
Vullen van de installatie
T000182-A
T000185-A
25
1. Controleer de waterdruk van de cv-installatie die op de display van
het bedieningspaneel staat aangegeven.
Als de waterdruk lager is dan 0,8 bar, moet water worden
bijgevuld. Indien nodig: vul de CV-installatie bij
(geadviseerde waterdruk tussen 1,5 en 2,0 bar).
2. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
T000181-B
3. Stel de ruimtethermostaat af op een zo laag mogelijke
temperatuur.
4. Wacht totdat de temperatuur onder 40°C gekomen is en de
radiatoren koud aanvoelen, alvorens de centrale verwarming te
vullen.
5. Open de kranen voor de toevoer van koud water en van de
aanvoerleiding van de verwarming.
T001878-A
Calenta 15s - 25s - 28c - 35s - 40c
080715 - 117068-08