13. Beeldscherm
13.1. Beeldscherm openen en sluiten
De speciale constructie van de beeldschermscharnieren zorgt ervoor dat het beeld-
scherm wordt afgesloten, zodat het niet nodig is om het nog eens extra te vergren-
delen.
Om het beeldscherm te openen, klapt u het met uw duim en wijsvinger open tot
het in de gewenste stand staat.
LET OP!
Gevaar voor beschadiging!
Door hardhandig openklappen van het beeldscherm
kan het apparaat beschadigd raken.
Houd het beeldscherm bij het openklappen, positio-
neren en sluiten altijd vast in het midden.
Klap het display niet verder dan 180° open.
Met de instellingen -> Systeem -> Energiebeheer en slaapstand kunnen er aan het
sluiten en openen van het beeldscherm verschillende functies worden toegewezen,
zoals energie besparen, slaapstand en uitschakelen.
13.2. Een externe monitor aansluiten
Het notebook heeft één HDMI-poort en twee USB 3.2 Gen 2 (Type C) poorten met
DisplayPort-functie voor extern monitoren.
Schakel uw notebook op de juiste manier uit.
Sluit de signaalkabel van de externe monitor (wordt niet meegeleverd) aan op
de HDMI-aansluiting van het notebook.
Op de USB 3.2-aansluiting (type C) met DisplayPort-functie kunt u een tweede
monitor aansluiten. Houd er rekening mee dat u hiervoor een speciale adapter
moet gebruiken (wordt niet meegeleverd).
Sluit de externe monitor aan op het elektriciteitsnet en schakel hem in.
Schakel daarna uw notebook in.
14. Gegevensinvoer
14.1. Toetsenbord
Doordat enkele toetsen een dubbele functie hebben, biedt het notebook u dezelf-
de functionaliteit als een conventioneel Windows-toetsenbord. Enkele functies wor-
den geactiveerd met behulp van de voor notebooks karakteristieke Fn-toets.
28