De installatie van het apparaat moet geschieden met inachtneming van de plaatselijke nationale
normen en in een goed geventileerde ruimte.
Het apparaat is niet aangesloten op inrichtingen voor de ontruiming van verbrandingsproducten. Het
moet dus aangesloten worden in overeenstemming met de hierboven aangeduide installatienormen.
Vooral de normen voor de ventilatie van de ruimte dienen gevolgd te worden.
Om het apparaat goed te laten functioneren, is het noodzakelijk dat de ruimte waarin het geïnstalleerd is
steeds goed geventileerd is. Het volume van de ruimte moet niet minder dan 25 m
hoeveelheid lucht moet gebaseerd worden op een regelmatige verbranding van het gas en op de ventilatie
van de ruimte.
De normale toevoer van lucht dient te gebeuren door permanente openingen in de wanden van de te
ventileren ruimte: deze openingen zijn met de buitenkant verbonden en moeten een minimum doorsnede
2
hebben van 100 cm
raken.
De op gas werkende kookapparaten moeten de verbrandingsgassen ontruimen door middel van op
schoorstenen, op rookpijpen of rechtstreeks met de buitenkant verbonden afzuigkappen (zie fig. 5a).
Indien geen kap geplaatst kan worden, is het gebruik van een ventilator, geïnstalleerd op een venster of
rechtstreeks met de buitenkant verbonden toegestaan; de ventilator moet tezamen met het apparaat in
werking gesteld worden (zie fig. 5b), mits de nationale normen inzake de ventilatie van de ruimte in acht
genomen zijn.
Alvorens het apparaat op het gasnet aan te sluiten, verwijder eerst de plastic beschermingsplug van
het gascircuit welke onder druk in de ingangsverbindingsstuk gestoken is;om deze plug te
verwijderen kunt u deze los schroeven.
Controleer daarna of de gegevens van het typeplaatje dat aan de onderkant van de bak geplaatst is,
overeenkomen met die van het gasnet.
Een etiketje geplaatst op de laatste pagina van dit boekje en op de onderkant van de bak, geeft de
regelingsvoorwaarden aan van het apparaat: soort gas en werkingsdruk.
BELANGRIJK: Dit apparaat moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de nationale
bestaande normen en mag alleen in goed geventileerde ruimten gebruikt worden.
WAARSCHUWING: Het verbindingsstuk van ingang van het gas is voorzien van een 1/2 gas
cilindrische schroefdraad volgens UNI-ISO 228-1 (zie fig. 6-7).
De elektrische aansluiting moet verricht worden met inachtneming van de bestaande normen en
wetsbepalingen.
Alvorens tot de elektrische aansluiting over te gaan, controleer:
- of het elektrisch draagvermogen van de installatie en van het stopcontact passend is bij het maximum
vermogen van het apparaat (zie het typeplaatje dat op de onderkant van de kookplaat is geplaatst)
- of het stopcontact of de installatie voorzien zijn van een behoorlijke aardverbinding volgens de bestaande
normen en wetsbepalingen. Elke aansprakelijkheid wordt afgewezen bij het niet nakomen van deze
voorschriften.
Wanneer de aansluiting op het elektrisch net gedaan wordt door middel van een stopcontact:
- breng op het snoer (indien niet voorzien) een genormaliseerde stekker aan geschikt voor het dragen van
het op het typeplaatje aangegeven vermogen. Sluit de kabeltjes aan volgens het schema van fig. 8 en
respecteer de volgende verhoudingen:
letter L (fase) = bruin kabeltje
letter N (neutraal) = blauw kabeltje
symbool "
'' aarde = geel-groen kabeltje
- Het elektrisch snoer moet geplaatst worden zodat het in geen enkel punt een overtemperatuur bereikt van
75 K.
- Gebruik nooit voor de aansluiting reducteurs, aanpasbare-of afleidingselementen
contacten kunnen veroorzaken met als consequentie gevaarlijke oververwarmingen.
VENTILATIE VAN DE RUIMTE
(zie fig. 4). De openingen moeten zo gemaakt worden dat ze niet verstopt kunnen
PLAATSING EN VENTILATIE
AANSLUITING VAN HET APPARAAT OP HET GASNET
ELEKTRISCHE AANSLUITING VAN HET APPARAAT:
3
zijn en de nodige
daar deze valse