2.9.1 Broadcasts activeren
U kunt instellen hoe bijgewerkte informatie vanaf de RS232-interface naar het domoticasturingssysteem wordt
verzonden. In het volgende voorbeeld wordt het domoticasturingsprotocol in staat gesteld verschillende
eindgebruikersboodschappen naar het bediendeel display te sturen.
1.
Zorg ervoor dat het geavanceerde menu is geactiveerd. Zie hoofdstuk 20 voor meer informatie.
2.
Ga met de toetsen
3.
Ga naar Autorisatie transitie>Bediendeel tekst>Actief en druk op OK.
4.
Het bediendeel laat één pieptoon horen om de wijziging te bevestigen en keert terug naar Bediendeel tekst.
2.9.2 Opdrachten en aanvragen inschakelen
U kunt instellen welke opdrachten door het domoticasturingssysteem naar de seriële poort kunnen worden
verzonden. Mogelijke sturingen zijn inschakeling en uitschakeling, programmering en zones overbruggen. In het
volgende voorbeeld worden de primaire functies van het bediendeel geactiveerd die door het
domoticasturingssysteem worden verzonden, vergezeld van een geldige gebruikerscode.
1.
Zorg ervoor dat het geavanceerde menu is geactiveerd. Zie hoofdstuk 20 voor meer informatie.
2.
Ga met de toetsen
3.
Ga naar Sturingen/opvragingen>Bediendeel opties>Paniekfunctie 1>Met PIN>Actief en druk op OK.
4.
Het bediendeel laat één pieptoon horen ter bevestiging van de wijziging en keert terug naar Met PIN.
CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel
naar Centrale>Domoticasturing en druk op OK.
naar Centrale>Domoticasturing en druk op OK.
B.2.15