6.3.4 Bedrading van de CS208H ingangenuitbreiding
Meer informatie over het bedraden van de CS208H ingangenuitbreiding vindt u in Tabel 6-4: Aansluitingen
CS208H ingangenuitbreiding. Ongebruikte ingangen moeten worden afgesloten met een EOL-weerstand.
Aansluiting
DATA
Aux
COM (-)
V-uit
Z1
COM
Z2
Z3-Z8
6.4 De CS208H ingangenuitbreiding programmeren
De ingangen op de CS208H / CS208 / CS216 ingangenuitbreiding worden op dezelfde manier geprogrammeerd
als ingangen. Meer informatie over het programmeren van geïntegreerde zones vindt u in hoofdstuk B-2 De
centrale programmeren. Voordat u het systeem kunt programmeren, moet u alle ingangenuitbreidingen eerst
registeren naar default instellingen brengen. Meer informatie over en naar default instellingen brengen vindt u in
hoofdstuk B-1 Modules registreren. Voor het programmeren van de zones van de ingangenmodules, selecteert u
Installateursmenu>Centrale>CS208/CS216 Ingangenuitbreiding..
CS875-575-375-275-175 Installeurshandleiding met CS5500-bediendeel
Tabel 6-4: Aansluitingen CS208H ingangenuitbreiding
Aansluiten op de DATA-aansluiting van de CSx75.
Aansluiten op de DATA-aansluiting van de CSx75. Stroomverbruik bedraagt 30 mA.
Aansluiten op de COM-aansluiting van de CSx75.
Hiermee kunt u de modules rechtstreeks voeden vanaf de CS208H. De voeding wordt
geleverd door de CSx75 en het opgenomen vermogen van de modules moet worden
opgeteld bij het totale vermogen van de CS208H. De op een COM-aansluiting
aangesloten uitgangsstroom is beperkt tot 100 mA.
Verbinden met één kant van lus van ingang 1. Verbind de andere kant met de COM-
aansluiting. Open of kortgesloten veroorzaakt alarm.
Gewone (-) aansluiting voor ingang 1 en 2.
Verbinden met één kant van lus van ingang 2. Verbind de andere kant met de COM-
aansluiting. Open of kortgesloten veroorzaakt alarm.
Verbinden zoals beschreven voor Z1 en Z2.
16 Ingangenmodule
6.1
17 - 108 Ingangenmodules
Gelijk als bovenstaande
Beschrijving
B.6.6