NTRODUCTIE VAN HET SYSTEEM 1.1 Inleiding 1.1.1 Welkom Welkom bij ons assortiment van CSx75-systemen. Wij hopen dat u dit een nuttige aanvulling op ons productaanbod vindt. Dankzij het unieke CSx75-systeemontwerp kunnen wij een volledig uitgerust systeem onderbrengen in één behuizing van metaal of kunststof. Zo nodig kan het systeem worden uitgebreid met extra modules.
1.2 Bediendelen 1.2.1 CS5500 bediendeel Met het CS5500 LCD bediendeel kunt u het CSx75 systeem programmeren via een menustructuur. Brandt als het systeem op de netspanning is Spanning LED aangesloten en de accu OK is. (groen) Knippert als het systeem geen of een zwakke accu heeft.
Pagina 9
Druk F1 om naar het begin van het LCD-bericht te Functietoetsen gaan. Druk F3 om naar het einde van het LCD-bericht te gaan. In de ‘weergave meerdere gebieden’ modus hebben deze toetsen specifieke functies. Als u één of meer gebieden selecteert in deze weergave: Druk F1 om de gebieden gedeeltelijk in te schakelen.
1.2.2 Andere LCD- en LED-bediendelen Dit zijn de andere types bediendelen die voor het CSx75 systeem kunnen worden gebruikt. Het LCD-bediendeel kan worden gebruikt om het systeem te programmeren, maar biedt geen menustructuur. Het is raadzaam het systeem te programmeren met het CS5500 bediendeel of de UDx75 up/download software.
Aantal bedrade zones op de CSx75 Maximumaantal zones 8 Uitgangen 3 (2 open collector en 1 4 geïntegreerd (open collector) 4 geïntegreerd (2 relais / 2 open 4 geïntegreerd (2 relais / 2 open brandreset) collector) collector) Alarmgeveruitgangen Interne alarmgever met Aparte geïntegreerde externe...
Stuknummer Onderdeel Functie CS5500 Bediendeel Wordt gebruikt om het systeem te programmeren en te bedienen met de menustructuur. Ook met de andere LCD- en LED-bediendelen kun je het systeem programmeren en bedienen, echter zonder menustructuur. CS208 / Ingangenmodule Ingangenuitbreiding van 8 of 16 bedrade ingangen. CS208H / De CS208 / CS208H / CS216 zoneuitbreidingsmodule is alleen geschikt voor de CS575 en CS875.
Stuknummer 433 MHz 868 MHz Functie Draadloos RF320I4 RF300W8 Magneetcontact met batterijvoeding. Stuurt gebeurtenissen magneetcontact door naar de centrale via de RF-ontvanger. RF300W8B Draadloze RF620I4 Niet verkrijgbaar Trildetector met batterijvoeding. Stuurt gebeurtenissen door trildetector naar de centrale via de RF-ontvanger. RF620I4B Draadloze RF903I4...
25 cm om de centrale te kunnen openen. • Verwijder de accu voor transport uit de centrale. • Zorg ervoor dat de draadklemmen worden geïsoleerd. Gebruik bindbandjes om contact met andere draden of kringen te vermijden ingeval draden mochten breken. 2.2.2.3...
De accu die bij deze eenheid wordt gebruikt, moet gemaakt zijn van materialen uit een goede brandwerendheidsklasse (HB of beter). Circuits die direct op het geïntegreerde relaiscontact of (via de geïntegreerde elektronische uitgang) op het externe relaiscontact worden aangesloten, moeten compatibel zijn met SELV-spanningen (Safety Extra Low Voltage).
EN BASISSYSTEEM INSTALLEREN 3.1 De centrale installeren De centrale is verkrijgbaar in 3 verschillende behuizingen. De werkwijze voor de installatie en het plaatsen van uitbreidingsmodules verschilt afhankelijk van de gebruikte behuizing. De behuizing/ingebouwde apparatuur die in deze handleiding zijn beschreven, zijn niet geschikt voor elk CSx75 model en zijn mogelijk niet verkrijgbaar in uw land.
Pagina 18
Plaats de steunen voor de CS507 uitgangsmodule of CS208 / CS216 ingangenmodule of CS7001 in de behuizing. 10. Monteer de CS507 uitgangsmodule of CS208 / CS216 ingangenmodule of CS7001. 11. Monteer de steunen voor een volgende module op de printplaat die in stap 10 in de behuizing is gemonteerd.
3.1.2 CS275/CS575/CS875 (polycarbonaat behuizing) Deze polycarbonaat behuizing is geschikt voor de CS275, CS575 en CS875. Draai de borgschroef in de polycarbonaat behuizing los. Open de behuizing. Neem het deksel van de behuizing af. Klap de PCB montageplaat open. Verbind de bandkabel met de CS534 communicatiemodule. Plaats de steunen voor de CS534 communicatiemodule in de behuizing.
Pagina 20
Klap de PCB montageplaat dicht. Plaats de steunen voor de CS535 spraakmodule op de printplaat. 10. Verbind de CS535 spraakmodule met de printplaat via de uitbreidingspoort en steunen. 11. Verbind de CS534 communicatiemodule en de CS535 spraakmodule met de bandkabel. 12.
14. Boor gaatjes van 0,3 mm voor de kaartgeleiders in de behuizing. 15. Plaats de kaartgeleider op de behuizing. 16. Schroef de kaartgeleiders vast. 17. Gebruik kaartgeleiders om nog maximaal 3 voorbedrade modules meer te monteren. Zie de modules voor de aansluitinstructies. 18.
Pagina 22
Dit is een kleine metalen behuizing die geschikt is voor de CS175, CS275 en CS575. Open de behuizing. Sluit de centrale aan. Plaats de steunen voor de CS534 communicatiemodule of CS535 spraakmodule op de hoofdprint. Monteer de CS534 communicatiemodule of CS535 spraakmodule op de uitbreidingspoort (jumper).
Pagina 23
Plaats de steunen voor de CS208 / CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangenmodule op de hoofdprint. Monteer de CS208 / CS216 ingangenmodule of CS507 uitgangenmodule. Bedraad de databus voor alle modules. Zie de modules voor de aansluitinstructies. Sluit de accu en de netspanning aan. CS875-575-275-175 Installatiehandleiding...
3.2 Het bediendeel installeren Verwijder het deksel van het bediendeel. Verwijder de eventuele schroef in de bodem. Steek de schacht van de schroevendraaier in de holte van het scharnier. Wrik voorzichtig met de schroevendraaier. De twee delen van het bediendeel moeten nu loskomen. Neem het deksel af. Monteer het bediendeel tegen de muur met behulp van de montagegaten C.
3.3.1 Meerdere bediendelen onderling verbinden In totaal mag niet meer dan 800 m kabel worden gebruikt. In het onderstaande schema ziet u welke draaddiameter moet worden gebruikt. Deze waarden gelden bij één bediendeel aan het einde van de bedrading. Wanneer meerdere bediendelen worden aangesloten aan het einde van de bedrading, is een grotere draaddiameter nodig.
3.3.1.3 Ster- en multidrop netwerk Het is mogelijk een combinatie van een ster- en multidrop netwerk samen te stellen. Onderstaande afbeelding toont hoe vier bediendelen via beide methoden kunnen worden verbonden. CS875-575-275-175 Installatiehandleiding...
3.4 Bedrading van zones 3.4.1 Algemeen De ingangen van de controle-eenheid zijn ingericht als standaard EOL (4K7) vrij programmeerbare zones. Door de zones als dubbellus te programmeren, kunnen alle zone-ingangen zo worden geprogrammeerd, dat ze alarm- en sabotagemeldingen geven in dezelfde zone. 3.4.2 Dubbellus principe met meerdere detectoren Een zone bevat zowel alarm- als sabotagebedrading.
3.5 Bedrading van de sirenes 3.5.1 Een alarmgever met EOL-beveiliging bedraden Elke zone kan gebruikt worden en moet geprogrammeerd worden als sabotage en enkele weerstandconfiguratie. 3.5.1.1 AS500/AS600 CSx75 AS500 Flits Hold-off 5 Sabotage Piëzo Sirene Hold-off 6 Sabotage Piëzo +13,8 V 7 Flits Piëzo (alleen AS500) Aarde...
3.5.1.2 AS270/AS271 CSx75 AS270/AS271 Sabotage 0 V luidspreker Sabotage 0 V baken (alleen AS271) +13,8 V Deze bedradingsconfiguratie voor de AS270/AS271 laat de flits toe de interne sirene te volgen. CS875-575-275-175 Installatiehandleiding...
3.6 Branddetectoren bedraden In een 4-draadsconfiguratie kunt u zoveel detectoren aansluiten als u wilt, zolang u het AUX voedingsvermogen van de centrale niet overschrijdt. In een 2-draadsconfiguratie bedraagt het maximum aantal branddetectoren in dezelfde lus 3. 3.6.1 4-draads branddetector (CS275-575-875) DB702 + DP721R DB702 + DP721R CS275...
3.6.3 4-draads branddetector (CS175) DB702 + DP721R DB702 + DP721R CS175 1 + Lijn in 4 NC (normaal gesloten) 2 + Lijn uit 5 COM(-) 3 - Lijn 6 NO (normaal open) Als u met een CS175 werkt, moet u uitgang 3 programmeren voor de branddetector. Selecteer Installateursmenu>Centrale>Uitgangen>Prog.
3.7 Bedrading van de uitgangen DATA AUX+ R1NC R1NO CS875 AUX+ CS575 OUT2 R3NC R3NO AUX+ OUT4 TAMPER TAMPER DATA AUX+ CS275 AUX+ OUT2 OUT3 AUX+ OUT4 TAMPER TAMPER DATA AUX+ OUT1 OUT2 CS175 AUX+ TAMPER Contacten belastbaar tot 1A. Relais worden gevoed en geschakeld vanuit de centrale. Er is geen externe voeding nodig om de relais te schakelen.
DTMF telefoontoestel. 4.1.1 De CS534 communicatiemodule installeren De CS534 communicatiemodule wordt op de uitbreidingspoort van de centrale geïnstalleerd. Voor meer details over de installatie van de CS534 communicatiemodule in de verschillende behuizingen, zie De controle-eenheid installeren op pagina 17.
4.1.2 De CS534 communicatiemodule bedraden Klem Beschrijving Connector aan de linkerkant. Mic A+ Sluit hier de positieve zijde van microfoon #A aan. Mic A - Sluit hier de negatieve zijde van microfoon #A aan. Sluit hier de positieve zijde van microfoon #B aan. Mic B+ Mic B - Sluit hier de negatieve zijde van microfoon #B aan.
5. De CS534 communicatiemodule wacht op terugbellen tot het gekozen aantal minuten dat voor de eerste oproep is geprogrammeerd, is verstreken. 6. De CS534 communicatiemodule verstuurt een onafgebroken indicatietoon naar de meldbank tot de toegangscode is ontvangen, of tot het maximumaantal pogingen bereikt is.
Uitgang- / relais-controleniveau (negatief-uitzetten) Opmerking: Deze optie vereist een X-10-interface. Keert bij de activering terug naar de oorspronkelijke sessie- instellingen. Dit geldt ook voor de microfoonselectie en Niveau communicatiemode. Schakelt overeenkomstige uitgang/relais UIT. U hoort een negatieve 1 - 9 bevestigingstoon (twee lage bieptonen).
Toon Beschrijving van 250 ms Relais / Uitgang Aan, of een positief Een lage toon gedurende 100 ms Status antwoord of Gebied 1 ingeschakeld Relais / Uitgang Uit, of een Negatief Een lage toon van 100 ms, 200 ms stilte, een lage toon Status antwoord of Gebied 1 van 100 ms uitgeschakeld...
4.2.2 De CS535 programmeren De CS535 kan worden geprogrammeerd via de CS5500. Om de CS535 te programmeren, selecteert u Installateursmenu>CS535 Spraakmodule. Aanvullende informatie over het programmeren van de CS535 vindt u in de CS5500 Programmeerhandleiding en de handleiding bij de CS535. CS875-575-275-175 Installatiehandleiding...
NGANGEN EN UITGANGEN UITBREIDEN 5.1 CS208 / CS208H/ CS216 ingangenmodule De CS208H, CS208 en CS216 ingangenuitbreidingen zijn te gebruiken om extra ingangen te creëren voor het CSx75 controlepaneel. Elke CS208H en CS208 creëren 8 extra bedrade ingangen. De CS216 creëert 16 extra bedrade ingangen. Elke CS208 / CS216 ingangenuitbreiding heeft een sabotageschakelaar aansluiting en een voedingsuitgang.
Bepaal de beginzone van elke ingangenmodule. De beginzone van elke zone- uitbreidingsmodule moet liggen op de grens van 8 zones. Om de beginzone in te stellen, stelt u de DIP-schakelaars van Tabel 10 / DIP- schakelaars De ingangen voor deze module beginnen bij dit ingangsnummer. DIP-schakelaars - Nummer Module-...
Elke niet-gebruikte zone moet voorzien zijn van een EOL-weerstand, tenzij alle 8 de zones zijn uitgeschakeld met DIP-schakelaar 6. De CS208 / CS216 ingangenmodule is vergelijkbaar met de CS507 uitgangenmodule. Een witte connector J9 kan worden gebruikt om de CSx75 centrale aan te sluiten in een behuizing in de centrale. Aansluiting Beschrijving Connector aan de linkerkant 3...
5.2 CS208H De CS208H wordt in de eigen behuizing geplaatst. De print is verschillend ten opzichte van de CS208. 5.2.1 Installeren van de CS208H 1. Draai de schroeven los, om de behuizing te openen. 2. Bekabel de connector zoals te zien is op de tekening. 3.
5.2.3 De DIP-schakelaars instellen 1. Schakel de CS208H gangenmodule uit. 2. Bepaal de beginzone van elke ingangenmodule. De beginzone van elke zone- uitbreidingsmodule moet liggen op de grens van 8 zones. 3. Om de beginzone in te stellen, stelt u de DIP-schakelaars van Tabel 12. De ingangen voor deze module beginnen bij dit ingangsnummer.
Aansluiting Beschrijving kant met de COM-aansluiting. Open of kortgesloten kring veroorzaakt alarm. Normale (-) aansluiting voor zones 1 en 2. Verbinden met één kant van lus van zone 2. Verbind de andere kant met de COM-aansluiting. Open of kortgesloten kring veroorzaakt alarm.
2 relais uitgangen met wisselcontact + 5 open 7 X-10 communicatie-LED collector uitgangen Sabotage aansluiting 8 X-10 aansluiting Extra voedingsaansluiting 9 Processor Databusaansluiting A DIP-schakelaars (4 standen) Extra databus aansluitconnector B Relais Databus communicatie-LED 5.3.1 De DIP-schakelaars instellen Maak de CS507 uitgangenmodule spanningsloos. Stel de DIP-schakelaars in volgens onderstaande tabel.
Instelling DIP- Adres Uitgangen Instelling DIP- Adres Uitgangen schakelaar schakelaar 33-39 9-15 41-46 17-23 49-55 25-31 57-63 = AAN = UIT Tabel 14 DIP-schakelaars CS507 uitgangenmodule De uitgangen kunnen worden weggeschreven in het logboek. De uitgangnummers die in het logboek verschijnen, zijn gekoppeld aan het geselecteerde moduleadres van de CS507 uitgangenmodule.
De CS507 uitgangenmodule kan worden geprogrammeerd via de CS5500. De uitgangen worden op nagenoeg dezelfde manier geprogrammeerd als de geïntegreerde uitgangen van de centrale. Om de uitgangen te programmeren, selecteert u Installateursmenu>CS507 Uitgangenmodule. Voor meer informatie omtrent de programmering, zie de CS5500 Programmeerhandleiding.
5.4.1 De CS586 Geheugen/RS232 module aansluiten De CS586 Geheugen/RS232 module kan d.m.v. de databus van de CSx75 rechtstreeks op een PC worden aangesloten. De RS232-poort is vooral handig voor de CS175, die niet over een geïntegreerde RS232-poort beschikt. 1 RS232-connector 4 LED ‘Wacht op buscommunicatie’...
5.4.2 De CS586 Geheugen/RS232 module, een CSx75 centrale en een PC aansluiten Sluit de CS586 Geheugen/RS232 module aan op de seriële poort van de PC. De inrichting van de 25-pins seriële connector op de PCB is als volgt: PIN 2 PIN 3 PIN 3 PIN 2...
Zwart naar COM • Groen naar DATA Als u met een CS875 werkt en een bediendeel hebt geïnstalleerd in gebied 8, dient dit bediendeel tijdens deze handeling te worden verwijderd. Open de programmeermodus op het CS5500 bediendeel. U moet modules registreren via Installateursmenu>Registreren modules, anders zal het...
• Om de gegevens van de centrale in te lezen op de CS586, selecteert u Installateursmenu>CS586 Geheugen/RS232 module>Bestanden>Bestand n>Paneel naar Bestand. De LED 6 voor Gegevensontvangst op de CS586 knippert wanneer de gegevens worden ontvangen. De zoemer van het bediendeel weerklinkt wanneer de operatie is geslaagd.
EBRUIK VAN DRAADLOZE TECHNOLOGIE 6.1 Gebruik van draadloze technologie Het is mogelijk om een draadloze ontvanger van 868 MHz of 433 MHz aan te sluiten op de CSx75. Door een ontvangermodule aan te sluiten wordt de CSx75 centrale geschikt voor draadloze zenders of afstandsbedieningen. De specificaties van deze ontvangers vindt u op pagina 71.
6.3 Een RF433 MHz ontvanger installeren Meer details over de installatie van de RF433 MHz ontvanger in de verschillende behuizingen vindt u in De centrale installeren op pagina 17. Processor LED ‛Draadloze Niet in gebruik communicatie’ Geen functie Databus-aansluiting Antenne Buscontrole-LED Sabotage schakelaar DIP-schakelaars...
6.3.2 De DIP-schakelaars van de RF433 ontvanger instellen Maak de RF433 MHz ontvanger spanningsloos. Bepaal het modulenummer van de RF433 MHz ontvanger. Stel de DIP-schakelaars in volgens onderstaande tabel. Sluit de RF433 MHz ontvanger aan op de voeding. Instelling DIP- Module- Instelling DIP- Module-...
Sommige RX8W8, RX16W8 en RX32W8 ontvangers hebben DIP-schakelaars met de aanduiding Aan/Uit in plaats van Open/Gesloten. In de onderstaande tabel vindt u beide aanduidingen. De aanduiding op de ontvanger duidt altijd op Open/Gesloten (O/C = Open/Close) Instelling DIP- Module- Instelling DIP- Module- schakelaars 1-3 ontvanger...
Zender Handeling Activeer de sabotageschakelaar door het deksel af Deur/Raamcontact te nemen. Deur/Raamcontact met Activeer de sabotageschakelaar door het deksel af extern contact te nemen. Activeer de sabotageschakelaar door de achterplaat van de PIR af te nemen. Branddetector Houd de testknop ingedrukt. Overvaldrukker Houd de knop ingedrukt.
CCESSOIRES TOEVOEGEN 7.1 De CS1700 proximity kaartlezer toevoegen De CS1700 is een proximity kaartlezer/deurcontroller module. Er kunnen maximaal 15 kaartlezers op de CSx75 centrale worden aangesloten, afhankelijk van het type centrale. De lezer kan worden geprogrammeerd om de toegang te controleren in een willekeurig gebied of in alle gebieden.
Verbind de CS1700 proximity kaartlezer met het systeem. Open de programmeermodus volgens de procedure in de CS5500 Programmeerhandleiding. Wanneer u in het installatiemenu bent, houdt u een kaart voor de lezer om de adresseermodus te starten. Er wordt vrijwel onmiddellijk een adres toegewezen en de lezer geeft met pieptonen zijn adres aan zoals getoond in Tabel 26 Adressen CS1700 proximity kaartlezer Pieptonen Adres...
Taak Stappen Meerdere 1. Selecteer Gebruikersmenu>CS1700 Prox. lezer>Toevoegen gebruikers meerdere kaarten. 2. Voer het gebruikersnummer in dat aan de kaart moet worden toevoegen toegewezen en druk op OK. 3. LED1 op eventueel geactiveerde lezers begint te knipperen. 4. Scan de kaart die bestemd is voor de ingevoerde gebruiker. Als de gebruikerskaart nog niet bestaat in het systeem, wordt deze toegevoegd.
7.2 De CS320 hulpvoedingsmodule toevoegen De CS320 is een hulpvoedingsmodule die kan worden gebruikt in combinatie met de CSx75 panelen. Deze module is uitgerust met 3 programmeerbare uitgangen en 1 aparte sirene-uitgang. Aan een CSx75 kunnen maximaal 8 CS320 modules worden toegevoegd, afhankelijk van het type centrale.
Aansluiting Beschrijving CS320 wordt gevoed. Programmeerbare uitgang, stroomsterkte beperkt tot 1,9 A. OUT A OUT B Programmeerbare uitgang, stroomsterkte beperkt tot 1,9 A. COM(-) Gemeenschappelijke aansluiting voor elk apparaat dat door de CS320 wordt gevoed. OUT C Programmeerbare uitgang, stroomsterkte beperkt tot 1,9 A. Positieve stroomsterkte zoemer beperkt tot 2,5 A.
7.3 CS7001 GSM module De CS7001 is een GSM module. Deze biedt de mogelijkheid om gebeurtenissen te rapporteren via een GSM-netwerk. • De CS7001 werkt met het SIA SMS en SIA SMS met Area Modifier rapportage protocol. • De CS7001 kan als primair of secundair (backup) rapportagekanaal functioneren. Het biedt de mogelijkheid tot onafhankelijke selectie van de te rapporteren gebeurtenissen, afhankelijk van de status van de kiezer.
7.3.1 De CS7001 installeren Meer details over de installatie van de CS7001 in de verschillende behuizingen vindt u in De centrale installeren op pagina 17. 7.3.2 De SIM-kaart plaatsen Plaats de SIM-kaart niet voordat de pincode van de SIM-kaart gedeblokkeerd is, omdat anders de SIM-kaart kan blokkeren.
8.1.3 CS5XX8 LED bediendeel, waarbij XX de landcode is Voedingsspecificaties Voedingsspanning ± 2% 13,8V Stroomverbruik - Normale omstandigheden ± 2% 92 mA bij 13,8V (piëzo uit) Stroomverbruik - Normale omstandigheden ± 2% 103 mA bij 13,8V (piëzo aan) ± 2% Stroomverbruik - Stand-by 12 mA bij 13,8V Stroomverbruik - In alarm...
8.1.10 CS586 Geheugen/RS232 module Voedingsspecificaties Voedingsspanning ± 2% 13,8V ± 2% Stroomverbruik 30 mA bij 13,8V Specificaties algemene voorzieningen Grootte Afmetingen (breedte x hoogte x diepte) 57x100x20 mm behuizing Omgeving Bedrijfstemperatuur +0° C tot + 40 °C Vochtigheid Max. 93% zonder condensatie Verzendgewicht 150 g Telefoon...
8.1.17 Lege behuizing RXWEH00 (868 MHz) en RXIEH00 (433 MHz) Specificaties algemene voorzieningen Grootte Afmetingen (breedte x hoogte x diepte) 110x81x25,4 mm behuizing Omgeving Bedrijfstemperatuur +0° C tot + 40 °C Vochtigheid Max. 93% zonder condensatie Verzendgewicht 95 g 8.1.18 Sleutelschakelaar zones Statisch Impuls Enkelvoudige lus 4k7:...
8.2 Bedradingsschema centrale 8.2.1 CS175 EXPANSION BLACK LED 2 LED 3 Zones 1-4 Externe sirene Seriële uitbreiding Aansluitklem sabotage Databus Telefoonaansluitingen behuizing Resetuitgang Databus aansluitconnector Telefooncommunicatie branddetector (optioneel) Open collector uitgang 2 Sabotageschakelaar Open collector uitgang 1 Databus communicatie LED Ingangen en uitgangen DATA Data (0101) databus bediendelen en uitbreidingen...
8.2.2 CS275 EXPANSION LED 2 BLACK LED 3 1 Zones 1-6 7 Open collector 1 C Seriële uitbreiding 2 Sabotage behuizing 8 Externe alarmgever D Buscontrole-LED 3 Invoer sabotage behuizing 9 Interne alarmgever E Uitbreidingspoort 4 Open collector 4 (2-draads rook) A Databus F Telefoonconnector Open collector 3...
8.2.3 CS575 en CS875 EXPANSION LED 2 BLACK LED 3 1 Zones 1-8 Relais 1 Seriële communicatie 2 Sabotage schakelaar * Externe sirene Databus communicatie- 3 Aansluitklem sabotage Interne sirene Uitbreidingspoort behuizing * 4 Open collector 4 (2-draads Databus Telefoonlijnaansluitingen rook) Relais 3 Extra databus...
Pagina 76
Ingangen en uitgangen DATA Data (0101) databus bediendelen en uitbreidingen AUX+ Voeding databus bediendelen en uitbreidingen Common databus bediendelen en uitbreidingen Interne sirene Common Externe sirene R1NC Relais 1 (normaal gesloten) R1NO Relais 1 (normaal open) Relais 1 (Common) AUX+ Voeding OUT 2 Uitgang 2...