TELEFOONBOEK
L
e telefoonnummers kunnen worden opgeslagen in het geheugen van de
telefoon en van de SIM-kaart (=telefoonboek). Het telefoongeheugen kan
maximaal 255 'uitbreidingskaarten' ('telefoonboekkaarten') bevatten. Op deze
kaarten kunt u verschillende soorten informatie opslaan: achternaam,
voornaam, telefoonnummer thuis, mobiel nummer, twee e-mailadressen,
adres, bedrijfsinformatie, spraaklabel, groep en een bijbehorend pictogram of
bijbehorende afbeelding. De capaciteit van de SIM-kaart kan verschillen per
operator of serviceprovider. In het SIM-geheugen kunt u één naam, één
telefoonnummer en één spraaklabel per kaart opslaan.
Bij het lezen van de inhoud van het telefoonboek wordt zowel in het SIM-geheugen als in het
telefoongeheugen gezocht.
Druk op de toets met pijl naar links als u vanuit het standby-scherm rechtstreeks naar het telefoonboek wilt
gaan.
Namen en telefoonnummers opslaan
U kunt rechtstreeks namen en nummers opslaan in het telefoonboek of deze kopiëren vanuit
andere bronnen, zoals SMS-berichten, de lijst met laatst gekozen nummers, enzovoort.
U kunt op verschillende manieren nummers opslaan in de telefoonboeken:
Telefoonnamenkaart
Vanuit het standby-scherm:
1
Voer het nummer in. Kies Bewaar.
2
Kies Telefoon.
3
Privé
De lijst
weergegeven, waarin u het soort nummer kan kiezen.
4
Voer de vereiste kaartgegevens in en kies
Via het menu:
1
Druk op OK. Kies Telefoonboek.
2
Kies
Voeg naam toe
3
Telefoon
Kies
4
Voer de vereiste kaartgegevens in en kies
In het veld Groepen kunt u het type beller aangeven met behulp van criteria die u eerder hebt ingesteld (zie 'Een
groep kaarten maken', pagina 35).
U kunt de pictogrammenlijst gebruiken om uw kaart met een symbool of
afbeelding op te slaan. Deze kaart wordt vervolgens samen met de naam van
de beller verzonden bij binnenkomende of uitgaande oproepen (kies één van de
pictogrammen en druk op OK).
Via het pictogram
geregistreerde afbeeldingen selecteren (zie 'Afbeeldingen', pagina 42) en deze
aan uw telefoonkaart koppelen.
1. U kan ongeveer 100 afbeeldingen aan uw telefoonboekkaarten koppelen. Als de
afbeeldingenmap vol is (afbeeldingen te groot), wordt er een foutmelding weergegeven.
2. De afbeeldingen blijven aan de telefoonboekkaarten gekoppeld, zelfs als u deze uit het
geheugen van de afbeeldingenmap hebt verwijderd. U kunt deze afbeeldingen één voor één
verwijderen via de telefoonboekkaarten (zie 'Een telefoonboek- of SIM-naamkaart bewerken',
pagina 34).
3. Als u de infraroodpoort gebruikt om een telefoonboekkaart te verzenden, wordt de
afbeelding automatisch meegestuurd, tenzij het om een beveiligd bestand gaat.
4. Als bij binnenkomende of uitgaande oproepen een afbeeldingsprobleem optreedt, wordt het
pictogram 'afbeeldingsfout' weergegeven.
nummer,
Mobiel
nummer,
.
.
komt u bij de afbeeldingenlijst. U kunt hier één van de
Kantoor
nummer, of
Opslaan
om de informatie op te slaan.
Opslaan
om de informatie op te slaan.
Telefoonboek
32-
Fax nummer
wordt