Inhoudsopgave
Advertenties
Controleer de
werking van
de vlotter-
schakelaar
Watertoevo-
ertank
Controleren
op vervuiling.
Controleer of
deze open en
dicht kan.
Controleren
op dezelfde
Magneetklep
manier als bij
de werking
van de vlot-
terschake-
laar.
4.5 INSPECTIE VAN DE VENTILATORMOTOR
OPMERKING
• Wanneer de VENTILATORMOTOR defect raakt, wordt op het
display van de afstandsbediening geen foutcode weerge-
geven.
Wanneer u het systeem in dat geval blijft gebruiken, zal het
onvoldoende ventileren.
De luchtaanvoer- en afvoerventilatoren moeten elke een of
twee maanden gecontroleerd worden.
U kunt zelf eenvoudig op de volgende manier deze storing
vaststellen.
Houd, om de kracht van de luchtstroom te controleren, een
draadje of ander licht en beweeglijk voorwerp voor de luchtin-
en uitlaatgrille.
4.6 HET BEVOCHTIGERELEMENT VERVANGEN
<alleen serie VKM-GAMV1>
• Het bevochtigerelement moet regelmatig worden vervangen.
Het bevochtigerelement moet over het algemeen elke drie
jaar vervangen worden wanneer het aanvoerwater zacht is,
maar door de gebruikscondities (bijvoorbeeld als het aanvo-
erwater hard is, 24-uur per dag in gebruik) kan de levensd-
uur aanmerkelijk korter zijn.
• Neem, als u hierover vragen heeft, contact op met de
leverancier.
5
STORINGEN VERHELPEN
5.1 DE VOLGENDE SITUATIES WORDEN NIET
VEROORZAAKT DOOR EEN STORING
• Het apparaat kan niet worden ingeschakeld.
<Symptoom>
De melding "
afstandsbediening weergegeven en wanneer de aan/uit-
toets ingedrukt wordt, knippert het display enkele seconden.
<Oorzaak>
Dit betekent dat de centrale bediening het apparaat bestuurt.
Het knipperende display betekent dat de afstandsbediening
niet gebruikt kan worden.
<Symptoom>
De ventilatoren draaien na een minuut nadat de aan/uit-toets
werd ingedrukt.
14
Onvol-
Reinigen als
doende bev-
deze als gev-
ochtiging.
olg van ver-
Over-
vuiling niet
stroomde
goed werkt.
watertoevo-
ertank.
Langzame
ventila-
Reinigen als
torsnelheid.
deze ver-
Verminderde
vuild is.
bevochtiging-
scapaciteit.
Onvol-
doende bev-
ochtiging.
Over-
Vervangen
stroomde
als deze niet
watertoevo-
werkt.
ertank.
(Verhoogd
tapwaterver-
bruik)
" (Centrale bediening) wordt op de
<Oorzaak>
Dit betekent dat het systeem wordt voorbereid om inge-
schakeld te kunnen worden.
Wacht ten minste 1 minuut.
• Soms schakelt het apparaat uit.
<Symptoom>
Op de afstandsbediening wordt de melding "U5" weerge-
geven, het systeem stopt, maar schakelt na enkele minuten
opnieuw in.
<Oorzaak>
Dit betekent dat de afstandsbediening stoorsignalen van
andere elektrische apparatuur dan de HRV-unit ontvangt.
Daardoor wordt communicatie tussen de apparaten
onmogelijk, waardoor ze uitschakelen.
Wanneer de stoorsignalen verdwijnen, worden de apparaten
automatisch opnieuw ingeschakeld.
• Op het display van de afstandsbediening wordt de
melding "88" weergegeven.
<Symptoom>
Het display schakelt onmiddellijk nadat de voedingsspanning
ingeschakeld is in, maar verdwijnt na enkele seconden.
<Oorzaak>
Dit betekent dat het apparaat controleert of de afstandsbedi-
ening al dan niet normaal werkt.
Dit gedrag is slechts tijdelijk.
5.2 NEEM CONTACT OP MET UW DAIKIN-LEVER-
ANCIER EN NEEM ONDERSTAANDE
MAATREGELEN WANNEER ÉÉN VAN DE VOL-
GENDE STORINGEN IS OPGETREDEN
Het systeem kan alleen door gekwalificeerd personeel worden
gerepareerd.
CONTROLEER DE BINNENZIJDE VAN HET APPARAAT
NOOIT ZELF EN PROBEER OOK NIET OM ZELF REP-
ARATIES UIT TE VOEREN.
WAARSCHUWING
Haal, wanneer u iets abnormaals merkt aan de HRV-unit
(een brandlucht e.d.), direct de stekker uit het stopcontact
en neem contact op met de leverancier.
Wanneer u het apparaat gewoon ingeschakeld laat, kan het
defect raken, gevaar voor elektrische schokken of brand
ontstaan.
• Het apparaat werkt helemaal niet.
a. Controleer de voedingsspanning.
Maatregel: Sluit voedingsspanning aan en schakel appa-
raat weer in.
b. Controleer of de zekering doorgebrand is.
Maatregel: Schakel de voeding uit.
c. Controleer of de aardlekschakelaar geactiveerd is.
Maatregel:
Schakel de voeding in met
de aardlekschakelaar in de
stand UIT.
Schakel de voeding niet in
terwijl de aardlekschakelaar
in de stand AAN staat.
(Neem hierover contact op
met uw leverancier.)
• Als een veiligheidsvoorziening zoals een zekering, een
hoofdschakelaar of een aardlekschakelaar regelmatig
geactiveerd wordt of de AAN /UIT-schakelaar niet goed
werkt.
Maatregel:Schakel de voedingsspanning niet in.
AAN
Schakelaar
Stand AAN
Aardleks-
UIT
chakelaar
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
