OPMERKING) De weektimer zal de volgende acties niet doen:
• de ventilatorsnelheid regelen,
• de luchtstroomrichting regelen,
• de ventilatiemodus regelen,
• het ventilatievermogen regelen,
• de werkingsmodus voor een ingesteld instelpunt verand-
eren.
U kunt de hiervoor vermelde parameters manueel instellen, en
zij hebben geen invloed op de weektimer.
3.4 OPTIMALE BEDIENING
Ga als volgt te werk om ervoor te zorgen dat het systeem op de
juiste manier werkt.
• Neem, wanneer in het display de melding "
weergegeven, contact op met een onderhoudsmonteur
om de filters te reinigen. (Meer informatie vindt u in het
hoofdstuk "ONDERHOUD".)
• Schakel nooit de Bypassmodus van de HRV-unit in wan-
neer de lucht in de ruimte 's winters verwarmd wordt of
wanneer de buitenluchttemperatuur 30°C of hoger is.
Daardoor kan condensvorming op de hoofdunit, op de luch-
tuitlaatgrille, of om de luchtaanvoeropening ontstaan.
• Zorg ervoor dat de binnenunit en de afstandsbediening
ten minste 1 m verwijderd zijn van televisies, radio's,
stereo-installaties en andere vergelijkbare apparatuur.
Dit voorkomt vervorming van het beeld of ruis.
• Schakel de voeding van het apparaat uit wanneer dat
apparaat gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
Wanneer de hoofdschakelaar ingeschakeld is, verbruikt
het systeem toch een minimale hoeveelheid energie.
Schakel de voeding van het apparaat uit om uw energiever-
bruik te verlagen.
Schakel, wanneer u het systeem opnieuw wil gaan gebruiken,
de voedingsspanning minimaal 6 uur van tevoren in.
• Gebruik leidingwater en neem maatregelen om con-
densvorming te voorkomen. (alleen serie VKM-GAMV1)
• De levensduur van de bevochtiger zal korter zijn naar-
mate het water harder is. (alleen serie VKM-GAMV1)
Gebruik een waterontkalker.
• Installeer de afstandsbediening niet op een plaats waar de
binnentemperatuur buiten het bereik 0 - 35°C en de
luchtvochtigheid buiten het bereik RV 40 - 80% kan komen.
Buiten deze bereiken kunnen storingen ontstaan.
• Installeer de afstandsbediening niet in direct zonlicht.
Hierdoor kunnen scheuren of verkleuringen ontstaan.
OPMERKING
• Wanneer de VENTILATORMOTOR defect raakt, wordt op het
display van de afstandsbediening geen foutcode weerge-
geven.
Usage under that status will lead to insufficient ventilation.
Wanneer u het systeem in dat geval blijft gebruiken, zal het
onvoldoende ventileren.
De luchtaanvoer- en afvoerventilatoren moeten elke een of
twee maanden gecontroleerd worden.
U kunt zelf eenvoudig op de volgende manier deze storing
vaststellen.
Houd, om de kracht van de luchtstroom te controleren, een
draadje of ander licht en beweeglijk voorwerp voor de luchtin-
en uitlaatgrille.
• Wanneer de magneetafsluiter defect raakt, geeft de
afstandsbediening geen storingscode weer.
In dat geval zal de bevochtiger steeds minder goed gaan
werken en het waterverbruik toenemen.
Controleer de magneetklep aan het begin van het verwarm-
ingsseizoen. <alleen serie VKM-GAMV1>
12
4
ONDERHOUD
(uitsluitend uit te voeren door onder-
houdspersoneel)
DE VOLGENDE HANDELINGEN MOGEN UISLUITEND DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL WORDEN UITGEVOERD.
CONTROLEER NOOIT DE BINNENZIJDE VAN HET APPARAAT.
WAARSCHUWING
• SCHAKEL ALTIJD EERST DE VOEDINGSSPANNING UIT
VOORDAT U WERKZAAMHEDEN AAN DE ELEK-
TRISCHE INSTALLATIE GAAT UITVOEREN.
• Vergeet niet om, voordat u de HRV-unit gaat reinigen, deze
eerst uit te schakelen en schakel vervolgens de netspanning
" wordt
uit. U voorkomt hiermee het risico van elektrische schokken
en het is erg gevaarlijk om de draaiende delen aan te raken.
• Reinig de HRV-unit niet met water.
Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische
schokken ontstaan.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Draag bij het reinigen altijd handschoenen.
Het dragen van handschoenen voorkomt persoonlijk letsel.
• Zorg altijd dat u stabiel staat.
Let met name goed op als u boven uw hoofd moet werken.
• Gebruik geen benzeen of thinner om de buitenkant van de
airconditioner te reinigen.
Hierdoor kunnen scheuren, verkleuringen of zelfs storingen
ontstaan.
4.1 ZO REINIGT U HET LUCHTFILTER
Reinig het luchtfilter wanneer op het display de melding "
(LUCHTFILTER MOET WORDEN GEREINIGD) wordt weerge-
geven.
Hierin wordt weergegeven dat het apparaat gedurende een
vooraf ingestelde tijd zal werken.
TEN MINSTE EENMAAL PER JAAR (ALGEMENE RICH-
TLIJN VOOR KANTOORGEBRUIK)
(REINIG HET FILTER ZONODIG VAKER.)
• Verhoog de reinigingsfrequentie als het apparaat geïn-
stalleerd is in een ruimte waarin de lucht sterk vervuild is.
• Vervang het luchtfilter als het niet meer gereinigd kan
worden. (Een vervangend luchtfilter is niet meegeleverd.)
(1) Het inspectieluik losnemen.
Open het plafond, verwijder de vergrendeling van het
inspectieluik en neemt het luik los. (Zie afbeelding 8-1)
(2) Het luchtfilter verwijderen.
De warmtewisselaarelementen verwijderen.
(Zie afbeelding 8-2)
(3) Het luchtfilter reinigen. (Zie afbeelding 9)
Gebruik A) een stofzuiger of B) spoel het luchtfilter uit om
stof en vuil te verwijderen).
A)Met een stofzuiger
B) Uitspoelen met water
Gebruik, wanneer het filter erg vervuild is, een zachte
borstel en een neutraal reinigingsmiddel.
Laat het filter, nadat het met water is gereinigd, drogen in de
schaduw.
OPMERKING
• Reinig het luchtfilter nooit met warm water met een temper-
atuur van meer dan 50°C, omdat het daardoor zal verkleu-
ren en/of vervormen.
• Stel het luchtfilter niet bloot aan open vuur, omdat het daar-
door zal verbranden.
"
Nederlands