Inhoudsopgave
Advertenties
ZO STELT U EEN AFSTANDSBEDIENING ALS MASTERAF-
STANDSBEDIENING IN
Houd de functieschakelaar van de huidige masteraf-
1
standsbediening 4 seconden ingedrukt.
Het pictogram "
van alle slave-afstandsbedieningen die verbonden zijn
met dezelfde buitenunit of BS-unit gaat knipperen.
• De melding "
" knippert wanneer de voedingss-
panning voor de eerste keer wordt ingeschakeld.
• De ventilatiemodus kan altijd gewijzigd worden, ongeacht de
instelling (master of slave).
OPMERKING
• Dit apparaat kan niet worden gebruikt om de temperatuur in
een ruimte te regelen. Als het apparaat verbonden is met
een zelfde systeem met andere binnenunits, moet de mas-
terafstandsbediening op de andere binnenunits worden
ingesteld.
Druk op de functieschakelaar van de afstandsbediening
2
die nu als masterafstandsbediening wilt instellen. De
betreffende afstandsbediening is nu de master-
afstandsbediening. Deze afstandsbediening is ingesteld
als masterafstandsbediening en de melding
"
" (omschakelen geblokkeerd) wordt niet
langer weergegeven.
Op het display van de andere afstandsbediening wordt
de melding "
weergegeven.
De druk op de functieschakelaar op de masterafstands-
3
bediening (dus op een afstandsbediening met een dis-
play waarin niet de melding "
weergegeven) en blader door de modi. Het display toont
achtereenvolgens "
voor gelijktijdig koelen en verwarmen) – "
Het display op slave-afstandsbedieningen zal automa-
tisch ook worden aangepast.
Informatie over de bediening
• Wanneer de masterafstandsbediening (zonder de melding
"
") wordt ingesteld op koelen/verwarmen, zullen
alle slave-afstandsbedieningen (met de melding
"
") de op de masterafstandsbediening ingestelde
modus volgen.
Het is echter nog wel mogelijk om de ventilatormodus te
wijzigen.
• Wanneer de masterafstandsbediening (zonder de melding
"
") wordt ingesteld op ventileren, worden op alle
slave-afstandsbedieningen (met de melding "
de instellingen anders dan ventilatormodus uitgeschakeld.
10
" (omschakelen geblokkeerd)
" (omschakelen geblokkeerd)
" wordt
" – "
" (alleen voor systemen
" – "
3.3 HET SYSTEEM IN- EN UITSCHAKELEN MET DE
TIJDSCHAKELAAR
3.3.1 ZO PROGRAMMEERT U DE TIMER EN STELT U
DEZE IN MET AFSTANDSBEDIENING "BRC1A62"
(Zie afbeelding 7)
• De tijdschakelaar kan op de volgende twee manieren
worden bediend.
De uitschakeltijd instellen "
wordt automatisch uitgeschakeld nadat de ingestelde
tijd is verstreken.
De inschakeltijd instellen "
automatisch ingeschakeld nadat de ingestelde tijd is
verstreken.
• De in- en uitschakeltijd kunnen gelijktijdig worden
ingesteld.
Druk de timerinsteltoets "
1
ste modes op het display wordt weergegeven.
• Voor het uitschakeltijdstip "
• Voor het inschakeltijdstip "
Bij elke keer dat de toets wordt ingedrukt verandert de
inhoud van het display op de volgende manier.
"
"
Druk op de toets voor het instellen van de tijd en stel het
2
tijdstip in waarop het systeem in- of uitgeschakeld moet
worden.
Door de toets in te drukken wordt de tijd 1 uur
later, resp. vroeger ingesteld.
• De timer kan voor maximaal van 72 uur worden geprogrammeerd.
• Elke keer dat de knop "
stelling één uur vooruit.
Elke keer dat de knop "
stelling één uur achteruit.
Druk op de toets Tijdschakelaar aan / uit.
3
Het instellen van de tijdschakelaar is beëindigd. Het pic-
".
togram "
brandt nu continu.
• Nadat de tijdschakelaar is geprogrammeerd, wordt de
resterende tijd weergegeven.
Druk, om het instellen van de timer te annuleren, nog-
maals op de timerinsteltoets "
De uitlezing verdwijnt.
OPMERKING
• Om de in- en uitschakeltijd in één keer te programme-
ren herhaalt u de stappen ("
")
". Het systeem
". Het systeem wordt
" zo vaak in tot de gewen-
"
"
"Geen aanduiding"
"
" wordt ingedrukt, springt de tijdsin-
" wordt ingedrukt, springt de tijdsin-
" of "
" houdt op te knipperen en
".
" ot en met "
1
"
".)
3
Nederlands
Advertenties
Inhoudsopgave
