Inhoudsopgave
Advertenties
De volgende controles moeten worden toegepast op installaties die brandbare koelmiddelen gebruiken:
(1) De werkelijke hoeveelheid koelmiddel moet overeenkomen met de grootte van de ruimte waarin de
koelmiddelhoudende onderdelen zijn geïnstalleerd.
(2) De ventilatiemachines en -uitlaten werken naar behoren en zijn niet geblokkeerd.
(3) Als een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet het secundaire circuit worden gecontroleerd op de
aanwezigheid van koelmiddel.
(4) De markering op de apparatuur blijft zichtbaar en leesbaar. Onleesbare markeringen en tekens
moeten worden gecorrigeerd.
(5) Koelleidingen of -onderdelen moeten worden geïnstalleerd op een plaats waar het onwaarschijnlijk is
dat ze worden blootgesteld aan stoffen die corrosie kunnen veroorzaken. Uitzonderingen zijn onderdelen
die zijn vervaardigd uit materialen die van nature bestand zijn tegen corrosie, of die op passende wijze zijn
beschermd tegen corrosie.
8.3.8 Controles aan elektrische apparaten: Reparatie en onderhoud aan elektrische componenten
moeten beginnen met initiële veiligheidscontroles en componentinspectieprocedures. Als er een fout
wordt vastgesteld die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen elektrische voeding op het circuit
worden aangesloten totdat de fout op bevredigende wijze is verholpen. Als de storing niet onmiddellijk
kan worden verholpen maar het gebruik van de apparatuur moet worden voortgezet, moet een adequate
tijdelijke oplossing worden toegepast. Dit moet worden gemeld aan de eigenaar van de apparatuur, zodat
alle betrokken partijen worden geïnformeerd.
De initiële veiligheidscontroles omvatten:
1.
Condensatoren moeten op een veilige manier worden ontladen om de mogelijkheid van vonken
te voorkomen.
2.
Tijdens het opladen, herstellen of ontluchten van het systeem mogen er geen onder spanning
staande elektrische componenten en bedrading bloot komen te liggen.
3. Er moet continuïteit zijn in de aardverbinding.
8.3.9 Tijdens reparaties aan afgedichte componenten moet alle elektrische voeding worden losgekoppeld
van de apparatuur voordat de afgedichte deksels en andere onderdelen worden verwijderd. Als het
absoluut noodzakelijk is om tijdens onderhoud de elektrische voeding aangesloten te houden, moet er
een permanente lekdetectie worden ingesteld op het meest kritieke punt om te waarschuwen voor een
potentieel gevaarlijke situatie.
Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan het voorkomen van wijzigingen in de behuizing die het
beschermingsniveau kunnen aantasten. Dit omvat het vermijden van schade aan kabels, een overmatig
aantal aansluitingen, aansluitingen die niet volgens de originele specificaties zijn gemaakt, schade aan
afdichtingen, en onjuiste montage van wartels.
(1) Zorg ervoor dat het apparaat veilig is gemonteerd.
(2) Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmaterialen niet verslechterd zijn tot het punt waarop ze niet
langer effectief zijn in het voorkomen van het binnendringen van brandbare atmosferen. Vervangende
onderdelen moeten voldoen aan de specificaties van de fabrikant.
Opmerking: Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit van bepaalde soorten lekdetectieapparatuur
beïnvloeden. Intrinsiek veilige componenten hoeven niet te worden geïsoleerd voordat eraan wordt
gewerkt.
9.3. Reparatie aan intrinsiek veilige componenten. Breng geen permanente inductieve of
capaciteitsbelastingen aan op het circuit zonder te controleren of deze de toegestane spanning en
stroom voor de gebruikte apparatuur niet overschrijden.
31
Advertenties
Inhoudsopgave
