4.3
Vereiste dimensies voor installatie
4.4 Installatievereisten
(1) Zorg ervoor dat het geluid en de luchtstroom van het apparaat geen invloed hebben op mensen, dieren
of planten, enz.
(2) Zorg ervoor dat het apparaat voldoende ventilatie heeft. Als er een overkapping is geïnstalleerd om de
unit te beschermen, moet u ervoor zorgen dat de warmteafvoer en warmteabsorptie niet worden
belemmerd.
(3) De unit moet worden geïnstalleerd op een stevige fundering en rechtop staan. Houd rekening met de
impact van sterke wind, tyfoons, aardbevingen of andere natuurrampen, en versterk de installatie indien
nodig.
(4) Zorg voor een betrouwbare aansluiting van de afvoerleiding van de unit en leid deze naar een geschikte
afvoerplek.
17