Inhoudsopgave
Advertenties
(3) Minimaliseer het gebruik van bochten in de pijpleiding. Het aantal bochten in elke pijpleiding moet
binnen 5 meter blijven (A + C ≤ 5 m; B + D ≤ 5 m). De bochten moeten als een geleidelijke boog worden
ontworpen om scherpe hoeken van 90° te vermijden.
(4) De binnenwand van de pijpleiding moet glad zijn, vrij van stof en rimpels.
(5) Het temperatuurverschil tussen de lucht die door de buis stroomt en de lucht in de installatieruimte
kan condensvorming op het buitenoppervlak van de buis veroorzaken. Om warmtelekkage en
condensatie te voorkomen, moeten isolatielagen worden aangebracht op het uitlaatluchtkanaal, het
inlaatluchtkanaal (retourluchtkanaal) en de leidingverbindingen. De aanbevolen dikte van de isolatielaag
mag niet minder zijn dan 15 mm. Bevestig de isolatie door zelfklevende spijkers op het luchtkanaal aan te
brengen, vervolgens het isolatiekatoen met een laag aluminiumfolie aan te brengen, en dit te bevestigen
met de zelfklevende spijkerafdekking. Sluit de verbindingsvoeg af met aluminiumfolietape. Andere
materialen met goede isolerende eigenschappen kunnen ook worden gebruikt.
(6) De uitlaat- en retourluchtkanalen moeten worden bevestigd met ijzeren beugels die op de
geprefabriceerde vloerpanelen zijn gemonteerd. Zorg ervoor dat de luchtkanaalverbindingen goed worden
afgedicht met lijm om luchtlekkage te voorkomen.
(7) Om te voorkomen dat leklucht door recirculatie wordt afgezogen, moet er een vrije ruimte van
minimaal 220 mm worden aangehouden tussen de uiteinden van de luchtleidingen.
(8) Het ontwerp en de constructie van het luchtkanaal moeten voldoen aan de relevante nationale en
lokale technische specificaties.
(9) De aanbevolen afstand tussen de rand van het retourluchtkanaal en de muur is 150 mm of meer.
Daarnaast moet er een filterscherm worden toegevoegd aan de retourluchtuitlaat.
(10) Het filterscherm moet regelmatig worden gereinigd of vervangen. Zorg ervoor dat er tijdens het
ontwerp en de installatie voldoende onderhoudsruimte aan de zijkant van het luchtkanaal wordt
vrijgelaten.
(11) Na de installatie van het luchtkanaal of het technische filterscherm mogen de interne componenten
niet met de handen worden aangeraakt.
(12) Bij het ontwerp en de constructie van luchtkanalen moet rekening worden gehouden met
geluidsdemping en trillingsreductie. Vermijd het plaatsen van de geluidsbron op drukke locaties en
ontwerp de ventilatieopening niet boven het hoofd van de gebruiker (zoals in kantoor- en rustruimtes). Als
het geluidsniveau binnenshuis zo laag mogelijk moet zijn, overweeg dan om kanaalgeluiddempers in serie
te installeren. Er zijn verschillende soorten geluiddempers beschikbaar, dus vraag bij de keuze om
professionele begeleiding. Na installatie van een geschikte geluiddemper kan het geluid bij de luchtuitlaat
worden verminderd.
21
Advertenties
Inhoudsopgave
