5.1
Controleren voor het in bedrijfstellen
Nadat de luchtwaterverwarmer is geïnstalleerd, dient u de unit te controleren volgens de onderstaande
tabel.
Controle items
Of de unit betrouwbaar is geïnstalleerd.
Of er obstakels zijn bij de luchtuitlaat en
luchtinlaat van het apparaat.
Of het nu gaat om de koudwaterinlaatleiding en het
warme water uitlaatpijp gebruik PPR-buizen.
Of de veiligheidsklep van de watertank is
geïnstalleerd.
Of er een stabilisatieklep is geïnstalleerd wanneer de
inlaatdruk van de watertank te hoog is.
Of alle onderdelen van de waterleiding dat zijn
geweest goed geïsoleerd.
Of de stroomvoorzieningsspanning overeenkomt
met het typeplaatje van het product en of het
gebruikte type draad voldoet aan de voorschriften.
5.2
Test-run
De watertank van het apparaat moet gevuld zijn met water voordat het apparaat ingeschakeld kan worden.
Fouten in de hele unit kunnen alleen worden opgespoord nadat de unit de installatie-inspectie heeft
doorstaan. De stappen voor foutopsporing zijn als volgt:
(1) Water bijvullen van de unit: Raadpleeg het label met installatietips op de watertank van de unit om
water bij te vullen. Controleer of er geen waterlekkage is in de leidingen, verbindingen, enzovoort.
(2) Activering van de hele unit: Na inschakeling van de unit, controleer of de weergave op de bedrade
controller normaal is. Als er geen foutmeldingen zijn, functioneert de unit normaal.
(3) Systeemtijdkalibratie van de bedrade controller: Stel de tijd in volgens de handleiding van de
bedrade controller.
(4) Bediening van de hele unit: Zet de unit aan met de bedrade controller. Wanneer de bedrade
controller het verwarmingspictogram toont, controleer dan of de unit normaal werkt. Normale
beoordelingscriteria: de ventilator draait zoals verwacht, de unit draait stabiel zonder merkbare trillingen
of abnormaal geluid. De unit kan aan de gebruiker worden overgedragen nadat deze minimaal 20 minuten
probleemloos heeft gedraaid.
25
Gevolg indien niet gecontroleerd
De werking van het apparaat veroorzaakt lawaai
of trillingen en veroorzaakt zelfs gevaar zoals
Vallen.
Het apparaat werkt abnormaal.
Er kan een veiligheidsrisico optreden.
De bedrijfsdruk van de watertank is hoog
en er kan een veiligheidsrisico bestaan.
De bedrijfsdruk van de watertank is hoog.
De veiligheidsklep voert voortdurend water af en
produceert abnormaal geluid
De prestaties van het apparaat kunnen worden
beïnvloed en de pijpleiding kan beschadigd raken
door bevriezing.
Er is een storing in het apparaat of de onderdelen
zijn doorgebrand.
NOOT!