Automatische nivelleerfunctie gebruiken
Om met de automatische nivelleerfunctie te werken, zet u het pro-
duct op een horizontale, vaste ondergrond of bevestigt u het met
de
- schroefdraad
op het statief.
6
Na het inschakelen compenseert de automatische nivelleerfunctie
ongelijkheden binnen het zelfnivelleringsbereik van ±4° automatisch.
De nivellering is klaar zodra de laserlijnen niet meer bewegen en
het led-controlelampje
groen oplicht.
2
Als de automatische nivellering niet mogelijk is, bijv. omdat de on-
derkant van het meetapparaat niet waterpas staat en daar meer dan
4° van afwijkt of als het product los in de hand wordt gehouden,
dan licht het led-controlelampje
rood op en de horizontale en
2
verticale laserlijnen worden uitgeschakeld.
Opmerking: het werken zonder automatische nivellering wordt
altijd door het rode led-controlelampje
aangegeven.
2
Opmerking: bij verstoringen of verplaatsingen tijdens het in be-
drijf zijn stelt het product automatisch de nivellering opnieuw in.
Controleer na een nieuwe nivellering de positie van de horizontale
of verticale laserlijn ten opzichte van referentiepunten om fouten te
voorkomen.
Enkele lijn en gekruiste lijnen gebruiken
Als het product zich in de automatische nivellering bevindt en de
onderkant van het meetapparaat minder dan 4° van waterpas af-
wijkt (groene led aan), drukt u voorzichtig op de H-knop
om
1
de horizontale lijn in- of uit te schakelen.
Druk respectievelijk op de V-knop
om de verticale lijn in- of uit
4
te schakelen.
42 NL/BE