PROBLEEM
MOGELIJKE OORZAAK
De temperatuur
- De temperatuur is niet juist ingesteld.
in het apparaat
- De deur is niet goed gesloten.
is te laag/hoog.
- De temperatuur van het voedsel in het
- Er worden veel producten tegelijk
- De deur is te vaak geopend.
Vreemde geur
- Er ligt bedorven voedsel in het apparaat.
in het apparaat.
- Het apparaat is niet schoon.
- Er is voedsel met een sterke geur
Deur gaat niet
- U probeerde de deur na het sluiten
gemakkelijk
open.
De compressor
- Er worden veel producten tegelijk
werkt continu.
- De kamertemperatuur is te hoog.
- Het voedsel dat in het apparaat werd
- De deur is niet goed gesloten.
Abnormaal
- Het apparaat staat niet stabiel/waterpas.
geluid.
- Het apparaat heeft contact met de muur
Abnormaal
- Het apparaat staat niet stabiel/waterpas.
geluid.
- Het apparaat heeft contact met de muur
7. BUITEN GEBRUIK STELLEN
Uitschakelen en opslag
Als het apparaat meerdere maanden niet gebruikt zal worden, schakel het dan eerst uit en trek vervolgens de
stekker uit het stopcontact.
•
Zorg dat het apparaat volledig ontdooid is.
•
Maak de binnenkant grondig schoon en veeg droog. Om geur- en schimmelvorming te voorkomen, laat u de
deur op een kier staan. Neem maatregelen om te voorkomen dat de deur dichtvalt.
•
Reinig de groef van de deurpakking met water en zeep en veeg alles droog met een zachte doek.
•
Gebruik geen harde borstel, staalborstel, reinigingsmiddel, zeeppoeder, alkalische reinigingsmiddel, benzeen,
benzine, zuren, heet water en andere bijtende of oplosbare stoffen om het apparaat te reinigen.
•
Bewaar het gereinigde apparaat op een droge, geventileerde plaats, uit de buurt van een warmtebron. Zorg
dat het apparaat op een effen ondergrond staat en plaats er geen zware voorwerpen bovenop.
•
Het apparaat in opslag mag niet toegankelijk zijn voor spelende kinderen.
apparaat is te hoog.
bewaard.
aanwezig in het apparaat.
meteen weer te openen.
geplaatst.
geplaatst, was te warm.
of andere voorwerpen.
of andere voorwerpen.
OPLOSSINGEN
- Stel een hogere/lagere temperatuur in.
- Zoek de oorzaak van het niet goed
sluiten van de deur, verwijder of
verplaats mogelijke opstakels.
- Laat het voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het
conserveert.
- Conserveer minder producten tegelijk.
- Open de deur alleen als het nodig is.
- Gooi bedorven voedsel weg.
- Maak het apparaat schoon.
- Verpak voedsel met een sterke geur.
- Wacht een paar seconden tussen het
sluiten en weer openen van de deur.
- Wacht een paar uur en controleer dan
nogmaals de temperatuur.
- Raadpleeg hoofdstuk 4.
- Laat voedsel afkoelen tot
kamertemperatuur voordat u het
opbergt.
- Zie volgende rubriek.
- Stel de stelpoten van het apparaat
opnieuw af.
- Verplaats het apparaat lichtjes.
- Stel de stelpoten van het apparaat
opnieuw af.
- Verplaats het apparaat lichtjes.
15