•
Plaats het apparaat altijd op een vochtbestendige en droge ondergrond.
•
Zet het apparaat op een stevige en vlakke ondergrond (vloer) zodat ze stabiel
staat, anders kunnen er trillingen en lawaai ontstaan. Wanneer het apparaat
op vloerbedekking zoals tapijt, stromatten of polyvinylchloride (PVC) wordt
geplaatst, plaats dan een stevige plaat of afdekking onder het apparaat om
kleurverandering door warmteafvoer te voorkomen.
4. Reinig
Voordat het apparaat in gebruik genomen wordt, reinig eerst de binnenkant
en alle bijbehorende accessoires met lauw water en neutrale zeep. Droog alles
zorgvuldig. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurpoeders; deze kunnen de
coating beschadigen.
5. Wacht
Bij de eerste installatie moet u minstens 4 uur wachten voordat u de stekker
van het apparaat in het stopcontact steekt. Hierdoor kan de olie terug in de
compressor stromen.
6. Inschakelen
Controleer voordat u de stroomkabel in het stopcontact steekt of de spanning en frequentie van het typeplaatje
overeenkomen met uw voedingsnet. Sluit het apparaat alleen aan op een geaard stopcontact. Open na 1
uur de deur van het apparaat. Als de temperatuur in het apparaat merkbaar lager is, geeft dit aan dat het
koelsysteem normaal functioneert.
7. Opbergkorf
De vriezer wordt geleverd met een opbergkorf. Hang de korf aan de bovenrand in de vriezer.
8. Voedsel bewaren
Zie hoofdstuk 4 'Gebruik'.
3.1 VERVANGEN VAN DE LED-VERLICHTING
Dit product bevat een LED-lichtbron met energie-efficiëntieklasse G. Vervanging of onderhoud van de LED-verlichting
moet worden uitgevoerd door de fabrikant, zijn onderhouds-vertegenwoordiger of een vergelijkbaar gekwalificeerd
persoon.
4. GEBRUIK
4.1 VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
•
Bij eerste gebruik of na lange periode van stilstand: laat het apparaat minstens 4 uur draaien op stand 'Super'
voor u producten in de vriezer plaatst. Zet na 24 uur de temperatuurregeling tussen 'Normal' en 'Max'.
•
Het toestel werkt mogelijk niet optimaal (kans op ontdooien of te warme temperatuur in de vriezer) wanneer
het gedurende langere periode op een plaats staat waar de omgevingstemperatuur onder het minimum zit
van het temperatuurbereik waarvoor het koelapparaat ontworpen is. De informatie over het temperatuurbereik
(klimaattype) van het toestel is vermeld op het typeplaatje, en toegelicht in paragraaf 1.3.
•
De binnentemperatuur kan worden beïnvloed door factoren zoals de locatie van het koeltoestel, de
omgevingstemperatuur en de frequentie waarmee de deur wordt geopend. Pas de temperatuurinstelling hier
desgewenst op aan.
•
Als er trillingsgeluiden ontstaan doordat het apparaat tegen de muur staat of als de muur zwart wordt door
luchtcirculatie rond de compressor, moet u het apparaat weg van de muur plaatsen.
•
Plaats geen gevulde glas- of blikverpakkingen in de vriezer om breuk als gevolg van uitzetting van het volume te
voorkomen.
•
Plaats geen elektrische apparaten in de vriezer (zoals ijsmachines), tenzij deze uitdrukkelijk geschikt verklaard
zijn door de fabrikant.
•
Verpakkingen met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lekken bij lage temperaturen, bewaar geen
ontvlambare gassen of vloeistoffen in het apparaat.
10