NL
HANDLEIDING
OBJECTEN VERLICHTINGSKANAAL
Object 0: "Ingang: Verlichtingskanaal blokkeren" (lengte 1 bit)
De schakel-/dimuitgangen van het verlichtingskanaal worden met een AAN-
signaal geblokkeerd en met een UIT-signaal gedeblokkeerd.
Met behulp van parameters kan de toestand van het verlichtingskanaal na
het blokkeren en deblokkeren worden vastgelegd.
Object 1: "Ingang: Verlichtingskanaal handmatig aan/uit" (lengte 1 bit)
Opgelet: Absoluut noodzakelijk bij de halfautomatische modus!
Handmatige bediening blijft bij aanwezigheid na afloop van de nalooptijd
beschikbaar, als in de parameters "Tijdens aanwezigheid" is ingesteld. Is
"Met gedeactiveerde lichtmeting tijdens blokkeertijd" geselecteerd, dan is
de lichtmeting niet actief. Daarna schakelt de melder over naar de normale
modus. De handmatige bediening is niet van invloed op de bewegingsdetectie.
Object 4: "Uitgang: Verlichtingskanaal 1 aan/uit" (lengte 1 bit)
Bij behoefte aan kunstlicht (schakeldrempel 1 via parameter) en aanwezigheid
zendt de uitgang een AAN-signaal.
Bij voldoende daglicht en/of afwezigheid wordt na afloop van de nalooptijd
een UIT-signaal verzonden.
Object 5: "Uitgang: Verlichtingskanaal 2 aan/uit" (lengte 1 bit)
Bij behoefte aan kunstlicht (schakeldrempel 2 als verschil ten opzichte van
schakeldrempel 1 via parameter) en aanwezigheid zendt de uitgang een
AAN-signaal.
Bij voldoende daglicht en/of afwezigheid wordt na afloop van de nalooptijd
een UIT-signaal verzonden.
Object 9: "Ingang: Verlichtingskanaal 1 bevestiging actuator" (lengte 1 bit)
Object 10: "Ingang: Verlichtingskanaal 2 bevestiging actuator" (lengte 1 bit)
Met behulp van deze objecten kan het statusobject van een actuator worden
uitgelezen. Als de actuator niet door de melder wordt gestuurd, schakelt het
verlichtingskanaal over naar de stand-bymodus, wanneer de toestand van
kanaal en actuator verschillend zijn.
OBJECTEN LICHTWAARDE
Object 13: "Ingang: Lichtwaarde verzenden blokkeren" (lengte 1 bit)
AAN-signaal blokkeert het verzenden, UIT-signaal activeert het verzenden
van de interne lichtwaarde
Object 14: "Ingang: Lichtwaarde extern" (lengte 2 bytes)
Via dit object kan voor de werkelijke waarde van de constante lichtregeling/-
sturing een externe lichtwaarde tot de interne lichtwaarde worden gemengd.
Object 15: "Uitgang: Lichtwaarde intern" (lengte 2 bytes)
Uitvoer van de interne lichtwaarde
PD-C180i KNX ECO
EP10426452
PD-C180i KNX ECO DK
EP10426476
PD-C180i KNX ECO CH
EP10426490
OBJECTEN BEWEGING
Object 18: "Ingang: Beweging van slave/master" (lengte 1 bit)
Triggeringang voor parallelschakeling master/master of ingang van slave.
Object 19: "Ingang: Bewegingsdetectie blokkeren" (lengte 1 bit)
Bij een AAN-signaal wordt de interne bewegingsdetectie geblokkeerd, en
bij UIT weer gedeblokkeerd.
Object 20: "Uitgang: Bewegingsdetectie" (lengte 1 bit)
Uitvoer van de interne beweging.
OBJECT NACHTVERLICHTING
Object 25: "Ingang: Nachtverlichting aan/uit" (lengte 1 bit)
Nachtlichtfunctie wordt in- of uitgeschakeld. Aanduiding voor bewegingsdetectie/
blokkeren blijft behouden.
www.esylux.com
2 /6