D15, D50, D52
Temperatuur instellen
I
INSTRUCTIE
Bij het eerste gebruik en na langere stilstand kan de binnentemperatuur
van de ingestelde temperatuur afwijken.
Zolang knippert de temperatuurweergave.
Als de ingestelde temperatuur bereikt is, brandt de temperatuurweer-
gave constant.
➤ Raak de betreffende toetsen
✓ Tijdens het instellen knippert het display.
✓ Nadat u de temperatuur ingesteld hebt, geeft het display de actuele binnentem-
peratuur van de betreffende temperatuurzone weer.
D15, D50:
Het toestel heeft twee gescheiden regelbare temperatuurzones. De temperatuur
van de twee zones kan tussen 5 °C en 22 °C (41 °F en 72 °F) worden ingesteld.
De onderste temperatuurzone
het bewaren van witte en rode wijnen.
De bovenste temperatuurzone
55 °F) geschikt voor het bewaren van champagne en witte wijn.
I
INSTRUCTIE
De temperatuur voor de onderste temperatuurzone
precies zo hoog of hoger zijn dan die in de bovenste temperatuur-
zone
Voor een optimale werking van het toestel moet het temperatuurver-
schil tussen de twee zones minstens 4 °C (39 °F) bedragen.
D52:
Het toestel heeft een regelbare temperatuurzone. De temperatuur kan tussen 5 °C
en 22 °C (41 °F en 72 °F) worden ingesteld.
Drankmodus gebruiken (alleen D52)
Het temperatuurbereik in de drankmodus ligt tussen 2 °C en 6 °C (36 °F en 43 °F).
➤ Raak de toetsen
aan.
✓ De temperatuurweergave knippert vijf keer.
NL
aan om de temperatuur in te stellen.
of
is bij 13 °C tot 22 °C (55 °F tot 72 °F) ideaal voor
is bij een instelling van 5 °C tot 13 °C (41 °F tot
.
,
en
tegelijkertijd gedurende minimaal 5 seconden
Toestel gebruiken
moet altijd
145