DIAGNOSTIEK
ingangen / uitgangen
Met deze functie kan de werkingsstatus van alle ingangen en uitgangen op de besturingseenheid worden weergegeven. De
functies van de ingangen en de uitgangen zijn beschreven in Tabel 4.
FUNCTIE
Diagnose 1 - IN
INGANGEN RADIO (On / Off):
Kanaal 1
Kanaal 2
Kanaal 3
Kanaal 4
SERIËLE INGANGEN RADIO
TOETSEN KAART:
nr. 1
nr. 2
nr. 3
KEUZESCHAKELAAR RICHTING
STATUS INGANGEN:
ing 1
ing 2
ing 3
ing alt
CONFIGURATIE "ALT"
MOTOR 1 (On / Off):
Eindpositie openingsbeweging
Eindpositie sluitbeweging
DREMPEL MANOEUVRE:
LAATSTE 8 MANOEUVRES
AUTOMATISCHE OPENING
20 – Run Inverter
TABEL 4: DIAGNOSTIEK ingangen / uitgangen
BESCHRIJVING
Geeft aan wanneer kanaal 1 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 2 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 3 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer kanaal 4 van de radio-ontvanger actief is.
Geeft aan wanneer de besturingseenheid via BusT4 een seriële
instructie ontvangt van een radio-ontvanger; er kunnen minimaal 1
en maximaal 15 van dergelijke instructies zijn.
Geeft aan wanneer toets 1 (= OPEN) op de besturingseenheid wordt
ingedrukt.
Geeft aan wanneer toets 2 (= STOP) op de besturingseenheid wordt
ingedrukt.
Geeft aan wanneer toets 3 (= CLOSE) op de besturingseenheid
wordt ingedrukt.
Geeft de werkingsstatus van de keuzeschakelaar van de richting van
een door de applicatie uitgevoerde manoeuvre aan.
Geeft aan wanneer ingang 1 actief is.
Geeft aan wanneer ingang 2 actief is.
Geeft aan wanneer ingang 3 actief is.
Geeft aan wanneer de ingang 'alt' actief is.
Geeft aan wat voor soort aansluiting er aanwezig is op de klem 'alt'.
De aansluitingen kunnen van de volgende types zijn: niet geconfigu-
reerd; NC; NA; 1 resistieve rand 8K2; 2 resistieve randen 8K2; 1 opti-
sche rand OSE; buiten range.
Geeft aan wanneer de motor 1 de afstandswaarde voor Maximale
opening bereikt.
Geeft aan wanneer de motor 1 de afstandswaarde voor Maximale
sluiting bereikt.
Geeft de werkingsstatus van de begrenzer van het aantal manoeu-
vres aan, uitgedrukt in verschillende niveaus:
1
e
niveau: OK;
2
e
niveau: DREMPEL 1;de manoeuvre start met een vertraging van
2 sec.;
3
e
niveau: DREMPEL 2;de manoeuvre start met een vertraging van
5 sec.;
4
e
niveau: MOTORALARM; de manoeuvre start alleen als er een per-
soon aanwezig is.
Geeft de eventuele storingen aan die zich kunnen voordoen gedu-
rende de normale werking van de applicatie, de laatste 8 uitgevoerde
manoeuvres worden weergegeven.
Geeft aan of deze functie actief is.